De industrialisering van het denken

De ‘onttovering van de wereld’ – de Duitse socioloog Max Weber, overleden in 1920, schreef er over toen AI nog toekomstmuziek was. Webers wereld van industrialisering en wetenschappelijke vooruitgang was een rationele wereld geworden. Dat betekent, aldus Weber in zijn Wetenschap als beroep, dat we ‘alles – in beginsel – door berekening zouden kunnen beheersen’. Door wetenschap en techniek zijn wij mensen zogezegd de meester van het universum geworden, magische verklaringen zijn verdwenen; ziedaar de onttovering van de wereld.

Met de doorbraak van AI, veelal geïllustreerd door ChatGPT, is er een nieuwe laag van onttovering toegevoegd. In de vorige eeuw onttoverde de wetenschap de wereld om ons heen, nu onttovert hedendaagse AI de menselijke geest. Kunstmatige intelligentie, de naam zegt het al, wil die geest imiteren, of de producten daarvan: essays schrijven, onderzoek doen, of afbeeldingen creëren. En moderne AI is dusdanig toegankelijk dat vrijwel iedereen met een internetverbinding er gebruik van kan maken. Het is niet meer nodig om computerprogrammeur te zijn om met een machine een fictieve afbeelding te creëren.

Daarmee is de nieuwe onttovering tot in vrijwel elke huis- of studeerkamer binnengedrongen. Zo draait AI, en de grote technologiebedrijven die daar achter zitten, ons een dubbele loer. Eerst verdringt AI het creatieve, menselijke, domein dat ons nog enige restjes van betovering, zingeving zo u wil, te bieden heeft. En vervolgens biedt AI meteen een uitweg uit die leegte, door zich als nieuwe, moderne, ‘magie’ te presenteren; wij begrijpen niet goed hoe AI precies werkt, en desondanks kan AI ons helpen met ‘schilderen’, ‘schrijven’ of ‘denken’. Of daar een surrogaat van afleveren.

Even lijkt het magisch om in een handomdraai een stuk tekst of een schilderij in Picasso-stijl te genereren. Maar niets is minder waar, de bouwstenen van AI zijn producten van de onttoverde wereld van Weber. Enorme hoeveelheden data. Schier eindeloze berekeningen. Toenemende rekenkracht. Daar is niets magisch aan.

In de moderne, kapitalistische wereld, zit de mens in een ‘ijzeren kooi’, of, in mooi Duits, in een ‘stahlhartes Gehäuse’, schreef Weber al in 1904. De ijzeren kooi bevat geen magie, maar is een systeem waarin efficiëntie, berekeningen, en doelmatigheid tellen. Het individu en diens creativiteit is daaraan op zijn best ondergeschikt. Die ijzeren kooi komt almaar nauwer om ons heen te zitten.

 

Deel via: