De eerste generatie windturbines laat de bladen vallen. Het onverteerbare polyester is een voorbode van een stortvloed aan afgedankt materiaal dat ons te wachten staat. Wat kunnen we daar nog mee? Er zijn tal van originele toepassingen.

Wim Robbertsen, directeur van windturbinebedrijf Business in Wind, laat zien hoe hij met zijn team windturbines een tweede leven verschaft, vaak elders in de wereld. Er is een flinke vraag naar tweedehands windmolens, maar toch komt voor iedere windturbine het moment dat hij ontmanteld wordt. Het materiaal van de betonnen fundering en de stalen mast is te hergebruiken, maar voor de bladen is dat niet eenvoudig. Het composietmateriaal bestaat uit glas- of koolstofvezel, gedrenkt in epoxy, polyester of vinylester kunsthars. Het is keihard, stijf en weersbestendig. Leg het op een stortplaats en je vindt het duizend jaar later weer terug. Bemost, overgroeid, mogelijk gedelamineerd door intrekkend vocht. Maar grotendeels nog intact.

Materiaalkundige Harald van der Mijle Meijer, TU-alumnus en senior consultant windenergie bij TNO in Petten. Hij werkt met zijn groep aan een techniek om kunststof composietmateriaal te verwerken. En dr.ir. Jelle Joustra specialiseerde zich in circulair productontwerp met composietmaterialen bij de faculteit Industrieel Ontwerpen. Hij kan zich kwaad maken over het verbranden van composietmateriaal. Er zijn opties te over.

Lees het hele, lange stuk op Delta, van de TU Delft.

 

Dwarsdoorsnede van een windmolenblad. (Bron: Research Gate)
Deel via: