Nascholingen geheel online

Binnen ‘het beste idee’ verwacht je van een neurochirurg wellicht heel spannende dingen rondom het brein. Op dat gebied wordt inderdaad veel werk verzet wordt en onderzoek gedaan. Toch komt als beste idee een ander onderwerp in me op, omdat het veel meer impact heeft: laten we onze nascholing geheel online maken. Churchill zei ooit: “Never waste a good crisis.” Mij lijkt dat we met de COVID-pandemie een goede crisis gehad hebben. Veel nascholing gebeurde toen online. Toch zijn we na de pandemie weer snel teruggekeerd in het oude patroon. Nu zul je je afvragen of dat erg is. Wat mij betreft wel. Na de warmste zomer ooit gemeten moeten we ons allemaal toch echt afvragen wat we kunnen bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering, en minder vliegreizen maken helpt enorm. Een retourtje Amsterdam – Chicago stoot per persoon 2.000 kg CO2 uit, een retourtje Amsterdam – Barcelona 500 kg CO2 (bron: myclimate.org). Dat vereist 100 respectievelijk 25 bomen per jaar per persoon (bron: climateneutralgroup.com). Ter vergelijking: een gemiddeld vierpersoonshuishouden is goed voor 19.000 kg CO2 per jaar, dus < 5.000 kg CO2 per persoon. Per jaar!

Volgens het BIG register hebben we alleen al in Nederland bijna 80.000 artsen en ruim 10.000 tandartsen. Tellen we er nog wat andere beroepsgroepen bij op, dan komen we gemakkelijk aan 100.000 BIG geregistreerde mensen die nascholing nodig hebben. De reislustigheid binnen deze groep zal verschillen, maar laten we even een gemiddelde nemen van 1.000 kg CO2 die per persoon per jaar uitgestoten wordt door nascholingsgerelateerd vliegverkeer, dan stoten wel als medisch Nederland 100 miljoen kilogram CO2 per jaar uit om bij de tijd te blijven (de wetenschappers zijn in deze berekening nog niet eens meegenomen). Om daarvoor te compenseren, zouden we als beroepsgroep vijf miljoen bomen moeten aanplanten en onderhouden… in Nederland! Dat gaat niet gebeuren. Zo gaan we vrolijk verder met het vergassen van onze planeet:  “Ik moet wel netwerken”, “Het is toch belangrijk elkaar in het echt te spreken”, “De sociale interacties in levenden lijve gaan veel beter”, “Het is ook goed er even tussenuit te gaan”, “Ik word anders tussendoor telkens gestoord”, en zo voort.

Reeds in 2012 schreef ik een editorial getiteld “Online conferencing: less CO2, more effective?” Nu, elf jaar na dato, is dat eerste deel verheven boven elke discussie. Die dient zich dus toe te spitsen op dat tweede deel: waarom is online conferencing nog steeds niet voldoende aantrekkelijk?

Los van het reizen: ik vind me inschrijven voor congressen vergelijkbaar met het kopen van muziekalbums. Waarom het hele album kopen als je alleen interesse hebt in enkele liedjes, van diverse albums?  Met alle streaming services kun je je eigen muzieksmaak naar hartenlust finetunen en een gepersonaliseerde playlist maken, die door de achterliggende algoritmen ook nog voor je wordt aangevuld. Waarom ben ik dan voor nascholing nog steeds afhankelijk van die verouderde ‘albummentaliteit’? En met alle respect voor sociale interacties, waarvan ik het belang niet wil afschrijven: zijn die zó belangrijk dat ze de bovengenoemde CO2-uitstoot rechtvaardigen? Hoe effectief zijn congressen werkelijk in het nastreven van dat doel? Of zouden we op zijn minst niet eens een beetje meer ons best mogen doen om te bedenken hoe die online conferencing er dan uit moet zien om wel een (op zijn minst voldoende) goed alternatief te zijn voor al die reizen?

Dus wat betreft het aantrekkelijker maken van online nascholing, zullen we daar niet eens vliegensvlug over gaan nadenken?

(NB: dit stuk is geschreven op persoonlijke titel en verwoordt niet noodzakelijkerwijs de mening van mijn werkgever)