Mensen onderschatten vaak de invloed van geluk op hun leven. Aan de ene kant zorgt dit ervoor dat we harder gaan werken, waardoor we onze doelen kunnen bereiken. Aan de andere kant heeft dit ook negatieve gevolgen: hoe we kijken naar de wereld en minder bevoorrechte mensen. Er schuilt overduidelijk een paradox in hoe we ons verhouden tot het lot in ons leven.

De bijdrage van geluk neemt toe in situaties waarin de concurrentie hoog is en succesvolle resultaten beperkt zijn, zoals in de top van het bedrijfsleven en de politiek. Mensen die dit soort functies vervullen  moeten buitengewoon hard werken en kwaliteiten bezitten om te gedijen in competitieve omgevingen. Ze onderschatten echter in welke mate geluk een rol heeft gespeeld in hun succes. Ze zien hun succes als een gerechtvaardigde beloning voor hard werken. Wat ze niet zien, zijn de ervaringen van al die anderen die ook getalenteerd zijn en hard werken, maar die minder geluk hebben gehad. Succesvolle mensen hebben mogelijk baat bij het idee dat je succes zelf in de hand hebt. De overtuiging dat je controle hebt over de uitkomsten van je acties stimuleert je om meer inspanning te leveren en doorzettingsvermogen te tonen. Dit noemen we een interne locus of control. Iemand met een externe locus of control schrijft uitkomsten juist toe aan externe omstandigheden en geluk. Mensen met een interne locus of control hebben een voorsprong als het gaat om academische of professionele prestaties. Het lijkt dus best nuttig te zijn om de rol van geluk in je leven te bagatelliseren.

Helaas zijn er ook nadelen. Die hooggeplaatste zakenmensen en politici zullen mensen die minder succesvol zijn waarschijnlijk beschouwen als minder getalenteerd of hardwerkend. En ander beleid voorstaan als het om gelijkheid gaat.

Lees het hele stuk op de blog van het Donders Instituut.