Het effect van microplastics op mensen en dieren is minder ongrijpbaar dan het lijkt. Dat komt door betere meet- en rekenmethodes, waaraan milieuchemicus Bart Koelmans, hoogleraar Aquatische ecologie en waterkwaliteit bij Wageningen University & Research, werkt. De uitkomsten helpen beleidsmakers om de risico’s van microplastics beter in kaart te brengen.

Plastic zwerfafval heeft vaak jaren nodig om af te breken in de natuur. Als niemand de grote stukken opruimt, valt plastic langzaam uiteen. De kleinste deeltjes, microplastics, zijn voor het oog onzichtbaar, maar in toenemende mate aanwezig in zoet en zout water en in de bodem. Dieren en mensen krijgen deze kleine deeltjes binnen met hun voedsel. Over de vraag hoeveel precies en of dat schadelijk is, heerst nog veel onduidelijkheid.

“Beleidsmakers willen veel preciezer weten welke concentratie microplastic een risico vormt. Zij kunnen dan normen vaststellen en maatregelen treffen.” Met standaard meet- en rekenmethodes hoopt hij de wetenschap te leveren die beleidsmakers kan helpen het plasticprobleem in te dammen.

“Microplastic in de natuur is (…) heel divers. Het bevat deeltjes van verschillende plastic materialen, verschillende vormen en verschillende groottes. Wel is die mix van deeltjes redelijk gelijk op verschillende locaties. Plastic breekt namelijk overal af volgens ongeveer dezelfde principes.” De bedoeling is dat straks iedereen dezelfde plasticmix gaat gebruiken bij laboratoriumonderzoek naar de effecten van microplastic.

Lees het hele stuk op de site van de WUR.

Micro plastics mixed in the sand in Famara beach, Lanzarote