Een nieuw onderzoek toont aan dat het mogelijk is met daadkrachtige en gecoördineerde beleidskeuzes – op het gebied van uitstoot, voeding, voedselverspilling en efficiënt water- en stikstofgebruik – de wereldwijde druk op het milieu tegen 2050 terug te brengen naar het niveau van 2015. Dit zou een toekomst zijn waarin de mensheid ruim binnen de grenzen van de aarde zou leven. “Onze resultaten laten zien dat het mogelijk is om richting de veilige grenzen te bewegen, maar alleen door middel van daadkrachtige, systemische verandering”, aldus hoofdauteur prof. dr. Detlef van Vuuren, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en winnaar van de 2024 Spinozaprijs.

Van Vuuren en zijn team koppelden het concept van planetaire grenzen aan een uitgebreid milieumodel – het Integrated Model to Assess the Global Environment (IMAGE) – dat de ontwikkeling van menselijke activiteiten en de mogelijke gevolgen voor het wereldwijde milieu beschrijft. Het model beraamde de uitkomsten voor acht van de negen planetaire grenzen onder verschillende toekomstscenario’s, waaronder scenario’s met daadkrachtige milieubeleidsmaatregelen.

De auteurs waarschuwen dat de aannames achter deze scenario’s ambitieus zijn. “Systeemverandering is een langzaam proces, en we modelleren bijna universele verschuivingen – zoals wijdverbreide veranderingen in het wereldwijde eetpatroon – wat gezien de huidige trends mogelijk te optimistisch is,” merken ze op.

Lees het hele verhaal op de site van de Universiteit Utrecht.

Planetaire grenzen
Planetaire grenzen voor 'business as usual' (SSP2) en duurzaamheid in 2050. De studie toont ook aan dat het mogelijk is om sommige systemen van de planeet tegen 2050 weer in de "veilige zone" te brengen, als er fors beleid wordt gevoerd.
Deel via: