Om meer te weten over het functioneren van een orgaan, zijn proefdieren nodig. In de toekomst kunnen mini-organen, oftewel organoïden, hun plaats innemen. Daarvoor moeten organoïden wel eerst geperfectioneerd worden. Single-cell technologie, een techniek waarbij de genen van een enkele cel worden ontrafeld, helpt daarbij.

Volgens Martien Groenen, hoogleraar Fokkerij & Genomica, kunnen organoïden uitkomst bieden: kunstmatig gekweekte, verkleinde en versimpelde versies van het orgaan, gemaakt uit stamcellen die in het lab worden opgekweekt tot mini-organen. Groenen werkt samen met universitair hoofddocent Fokkerij & Genomica Ole Madsen aan de karakterisering van organoïden, onder andere van varkens en vissen. Door te ontrafelen hoe de mini-organen in elkaar zitten, kunnen ze andere groepen binnen de WUR helpen met de ontwikkeling van nóg betere organoïden.

Madsen: “Het liefst zou je natuurlijk willen dat het gekweekte weefsel net zo complex en compleet is als darmweefsel. Maar het blijft een artificieel systeem, een benadering van de werkelijkheid. Als je onderzoek doet waarin je organoïden inzet als vervanging van organen is het dus belangrijk om te weten waarin ze verschillen van deze organen. Dat helpt ons om de resultaten beter te interpreteren.”

Lees de hele reportage in het schitterende magazine van de WUR.