Gewoonheid

Nooit had ik verwacht dat ik een boek zou schrijven (De macht der gewoonte. Populisme in de polder, met Menno Hurenkamp, Amsterdam University Press, 2022) met een warm pleidooi voor het belang van gewoonheid. In navolging van Michel Foucault, beschouwde ik gewoonheid, en zeker normaliteit, lange tijd als disciplinerend, als schadelijk voor minderheden, voor al diegenen die door de mainstream als niet normaal, als niet gewoon worden gezien.

Aan gewoonheid kleeft al snel de uitsluiting van het ongewone. Kijk naar de betekenis van ‘de gewone man’. Wie naar de opkomst van het populisme kijkt, zal de populariteit van ‘de gewone man’ niet zijn ontgaan. De gewone man wordt van links tot rechts omarmd. En steeds vaker blijkt met de gewone man vooral ‘de gewone Nederlander’ te worden bedoeld – en daarmee verliest de gewone man zijn onschuld.

Gewoon is dan niet louter een beschrijvende categorie (in de zin van het vaakst voorkomend, wat als gewoon wordt beschouwd) maar sterk normatief: het is niet alleen zo, het hoort ook zo te zijn en het moet zo blijven.

Toch is de populistische omarming van het gewone onvoldoende reden om afscheid te nemen van gewoonheid, laat staan dat we gewoonheid zouden moeten willen inwisselen voor de bejubeling van het bijzondere, het alternatieve en het superdiverse, zoals sommigen ter linkerzijde van het politieke spectrum voor staan. Want hoe verderfelijk de populistische, of preciezer: de nativistische variant van ‘de gewone man’ ook is, dat betekent nog niet dat alledaagse gewoonheid niet zou bestaan – en geen nuttige rol zou spelen.

In ons recente boek laten we – in navolging van de socioloog Ervin Goffman – zien dat gedeelde alledaagsheid een voorwaarde is voor het vreedzaam samenleven van mensen. Daar zijn we ons soms onvoldoende van bewust, juist omdat de gedeelde praktijken zo alledaags zijn. Of, zoals de fraaie ondertitel van Eviatar Zerubavels boek Taken for Granted luidt: het gaat om The remarkable power of the unremarkable.

Deze gedeelde alledaagsheid toont zich in gedrag, in het begrijpen van lichaamstaal – zoals het kunnen ‘lezen’ van een oogopslag – in het verstaan van wat niet gezegd hoeft te worden. Gewoonheid is vaak ‘stom’ omdat zij zo vanzelf spreekt.

Maar die gewoonheid zit ook in gedeelde opvattingen, in kwesties waar we hetzelfde over denken, waar zoveel overeenstemming over bestaat dat we ze niet alleen gewoon vinden –als in vaak voorkomend- maar ook in normatieve zin gewoon. Als mensen een bepaalde mening ventileren die niet alledaags is krijgen ze te horen dat ze ‘gewoon moeten doen’.

Opvallend genoeg wordt ook de gewoonheid van veel gedeelde meningen over het hoofd gezien. Veel opiniemakers denken dat we nog nooit zo verdeeld zijn geweest, nog nooit zo gepolariseerd als op dit moment. Hoewel dit empirisch gesproken kletskoek is, heeft de gedachte dat we superdivers zijn – in meningen, maar ook in gedrag – zelfs wortel geschoten onder sociologen. Zonder veel bewijs wordt geclaimd dat, omdat er nu zoveel migranten zijn die ook nog eens onderling steeds diverser zijn geworden, de Nederlandse bevolking zo divers is geworden dat er van een mainstream, van een meerderheid geen sprake meer is. Het gekke is echter dat de verschillen tussen mannen en vrouwen, homo’s en hetero’s, boeren en grotestadsbewoners, jongeren en ouderen, katholieke en protestanten en ga zo maar door, nog nooit zo klein zijn geweest. Onze levens zijn sterk op elkaar gaan lijken en onze meningen ook. Datzelfde geldt voor migranten die in opvattingen en gedrag na verloop van de tijd de meerderheidsbevolking gaan imiteren: hun interne diversificatie (niet alleen meer jonge mannen die als gastarbeider kwamen, maar nu ook vrouwen, ouderen, levend in steden en in dorpen, et cetera) maakt niet dat de mainstream verdwijnt maar precies het tegenovergestelde: migranten gaan onderdeel uitmaken van de mainstream.

Het erkennen van gedeelde gewoonheid doet niet alleen recht aan de alledaagse werkelijkheid, ook politiek is het belangrijk om de overeenkomsten tussen burgers te laten zien in plaats van alleen maar resterende verschillen uit te lichten. In de strijd tegen de rechts-radicalen hebben we de gewoonheid hard nodig.