U en ik worden de industrie

It’s the economy, stupid! Een uitspraak die vooral door voormalig president Clinton bekend is geworden. De essentie is dat alles draait om economische mogelijkheden en afwegingen. En in ons kapitalistisch stelsel is dat ook veelal het geval. We hebben een wereldwijd productiesysteem en consumptiepatroon gerealiseerd waarin winst maken en goedkoop en onbeperkt consumeren leidend zijn. Maar helaas gaat dit – zo ervaren we nu steeds meer – ook gepaard gegaan met negatieve consequenties, waardoor klimaat, milieu, biodiversiteit, werkomstandigheden en leefomgeving onder druk zijn komen te staan. Wereldwijd wordt gelukkig nu ingezet om deze negatieve effecten te reduceren, maar of het voldoende zal zijn is onzeker. Wat uit die inzet wel blijkt is dat ons huidige productiesysteem, en daarmee ons consumptiepatroon, eigenlijk niet ter discussie wordt gesteld. Economies of scale, oftewel massaproductie, is en blijft de dominante aanpak. Mijn droomproject is dat we wel naar een ander productiesysteem gaan. Een hell of a job, zeker als je dit wereldwijd wil realiseren. De essentie van mijn droom is dat we de productie naar onszelf terugbrengen en dus kleinschalig en op maat maken: u en ik worden de industrie!

Dat de huidige dominante productiestructuur niet in beton gegoten is, bewijst de geschiedenis. De eerste industriële revolutie veroorzaakte een fundamentele breuk met de toen bestaande economische feodale en op landbouwgerichte organisatie. Later zijn daar aspecten als standaardisatie (lopende band), industrialisatie (inzet machines),  bureaucratie (proces), elektrificatie (energie), logistiek (controle) en digitalisering (data)  bij gekomen. Ondertussen zitten we in de derde, of sommigen zeggen al de vierde, industriële revolutie. Veel van deze ontwikkelingen zijn evolutionair gegaan. Het is ons ‘overkomen’. Maar uiteraard is er ook bewust ingezet om deze ontwikkeling verder tot bloei te laten komen, variërend van het opzetten van wetenschappelijke onderzoeksprojecten, industriebeleid, urbanisatie, internationale handelsverdragen en dergelijke.

Naast deze grote veranderingen en beleidsmaatregelen zijn er uiteraard ook op kleinere schaal voorbeelden van beleid dat inspeelt op deze revoluties. Eentje wil ik er uit lichten omdat ik die gebruik om mijn droom hierna te duiden. Dat betreft het PC-privé project dat in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd geïntroduceerd. Medewerkers konden via hun werkgever op fiscaal aantrekkelijke voorwaarden een pc aanschaffen. De reden om deze regeling in te voeren was om mensen in contact te brengen met de nieuwe digitale mogelijkheden door ze ook thuis er mee te laten werken. En hoewel menig op deze wijze aangeschafte pc misschien verdween op zolder of niet anders werd gebruikt als veredelde type machine, maakte het de samenleving ook rijp voor acceptatie en invoering van digitaliseringsontwikkelingen.

In mijn droomproject zou ik een 3D-privé-project willen starten. Iedereen zou op voordelige wijze een 3d-printer aan kunnen schaffen en ermee leren werken. Waarom wil ik dit? Ik zie 3d-printen, of algemener additive manufacturing, als een mogelijkheid om naar een geheel ander productiesysteem te groeien: een systeem waar je zelf een product maakt, thuis of met buren uit de straat c.q. wijk. Geen massaproductie, maar alleen datgene wat je nodig hebt. En bij voorkeur ook nog met grondstoffen die ook uit de buurt komen door het recyclen van afgedankte producten. En vergelijkbaar met de pc die in het begin als veredelde typemachine werd gebruikt, zal ook hier het eerste gebruik bestaan uit het printen van eenvoudige voorwerpen. Maar in de loop der jaren zullen de geprinte producten complexer worden, bestaan uit meerdere materialen en zodanig ontworpen dat recycling eenvoudig wordt. Hierdoor wordt mede een continue lokale  grondstoffenstroom mede gerealiseerd, vergelijkbaar zoals in de natuur er geen afval is. Ik noem dit het realiseren van economies of ecology, als tegenhanger van economies of scale.

We gaan in mijn droomproject ook weer meer terug naar kleinschaligere gemeenschappen die voor zichzelf en elkaar kunnen zorgen. Niet uit een nostalgisch verlangen, maar juist als een veel duurzamer en minder verkwistend productiesysteem. Uiteraard kan niet alles op deze wijze worden geproduceerd, maar menig container die we nu vol met spullen uit China halen, zal niet meer nodig zijn. Afgeleid van deze ontwikkeling zullen er aanzienlijk minder transporten plaats vinden, is groei minder een streven en kunnen veel faciliteiten op meer menselijke maat worden georganiseerd.

En net zoals we het nu heel normaal vinden dat we met behulp van onze smartphone onze eigen uitgever zijn, via onze zonnecellen onze eigen energieleverancier zijn of winkelier zijn door het aanbieden van spullen via Marktplaats, is de stap naar je eigen producent zijn ook goed voorstelbaar.