Voorspellen welke behandeling het beste past bij een blaaskankerpatiënt, zonder iemand extra te belasten met een operatie: onderzoekers van UMC Utrecht doen dat met ‘urinoïden’: mini-blaaskankertumoren, die in het lab uit urine worden gekweekt.
Blaaskanker staat wereldwijd in de top 10 van meest voorkomende vormen van kanker. De ziekte wordt over het algemeen laat ontdekt en is daardoor moeilijk te behandelen. “Meestal krijgen mensen met een spier-ingroeiende blaaskanker eerst chemotherapie en dan een operatie. Maar bij drie op de vier patiënten heeft chemotherapie geen optimaal effect. Daar komen we via trial and error achter”, vertelt Richard Meijer, oncologisch uroloog en associate professor bij het UMC Utrecht. “Iedereen krijgt dus dezelfde behandeling en dan zien we achteraf of iemand er iets aan heeft gehad. Uiteraard geen ideale opzet want allemaal krijgen ze bijwerkingen en worden ze blootgesteld aan risico’s, terwijl alleen de minderheid er duidelijk voordeel van heeft.”
Urinoïden zijn afgeleid van organoïden. Dit zijn mini-organen of mini-tumoren gekweekt in een laboratorium. Van patiënten wordt weefsel van een orgaan of een tumor afgenomen en daaruit worden in het lab driedimensionale mini-dubbelgangers opgekweekt. Die hebben dezelfde genetische eigenschappen als het originele weefsel. Organoïden werden in 2009 uitgevonden door Hans Clevers (destijds hoogleraar Moleculaire Genetica bij het UMC Utrecht) en zijn onderzoeksgroep aan het Hubrecht Instituut.
Lees het hele verhaal op de site van Utrecht Science Park of direct op de site van UMC Utrecht.
