De omstandigheden waaronder je opgroeit – zelfs als je nog in de buik zit – hebben een enorme invloed op je gezondheid en welzijn in je verdere leven. Die omstandigheden zijn voor lang niet iedereen gelijk. “Het maakt nogal uit waar je wieg staat.” De Utrechtse onderzoekers Joyce Browne, Gonneke Stevens, Manon Benders en Thomas van Huizen spreken met elkaar over de verantwoordelijkheid en mogelijkheden om die ongelijke kansen te bestrijden, in de praktische zorg en in het onderzoek. “We zijn er nog lang niet, maar het wordt wel beter.”

Het gesprek gaat over de cultuurverandering die je nu ziet in de zorg en wat die oplevert. De blik is de laatste jaren breder en integraler geworden, constateren ze. Onderzoekers met heel verschillende achtergronden werken met elkaar samen in onderzoeksprogramma’s zoals Child Health (UMC Utrecht) en Dynamics of Youth (UU). En daarin groeit de aandacht voor de omstandigheden waaronder kinderen opgroeien en de kansen(on)gelijkheid die dat met zich meebrengt. “Tien jaar geleden was dit in de zorg nog een zeldzaam gespreksonderwerp. En dat kansengelijkheid nu écht op de agenda staat, is iets van de laatste paar jaar,” zegt Browne.

Die integrale blik houdt in dat gezondheidsprofessionals steeds meer kijken naar de omgeving en invloed daarvan op kinderen en jongeren. Een goede gezondheid gaat om veel meer dan alleen om de vraag of je lichaam goed functioneert. Het gaat ook om factoren zoals bestaanszekerheid, gezondheidsvaardigheden, mentale gezondheid, opleidingsniveau, welvaart en welzijn, voeding, scholing, opgroeien in een heel of gebroken gezin.

Lees het hele verhaal op de site van de Universiteit Utrecht.

Vrouw met kind
Beeld: UU.
Deel via: