Er worden meer dan 2.000 gewasbeschermingsmiddelen gebruikt voor de landbouw in Europa, maar de kennis over de effecten van deze middelen op ecosystemen en de volksgezondheid is nog beperkt en versnipperd. Hoogleraar Bodemdegradatie en landgebruik Violette Geissen van Wageningen University & Research is coördinator van SPRINT, een grootschalig Europees onderzoeksproject naar actuele concentraties van gewasbeschermingsmiddelen in milieu, mens en dier.

Mengsels van resten van gewasbeschermingsmiddelen zijn nagenoeg overal in de omgeving terug te vinden, maar ook in dieren en mensen. Er zijn regel, maar ook problemen met de huidige monitoring:

“Er ontbreekt data over residuen in ‘de echte wereld’. Bovendien kijken EFSA-tests alleen naar de effecten van op zichzelf staande gewasbeschermingsmiddelen, omdat de tests voor mengsels nog in ontwikkeling zijn.”

“Als we de veiligheid van een gewasbeschermingsmiddel voor de bodem beoordelen, dan testen we die stof momenteel op slechts vijf bodemorganismen. Maar in de bodem leven miljoenen verschillende insecten, bacterie- en schimmelsoorten, dus testen op slechts vijf dekt niet de volledige lading van de impact op de rest van het bodemleven.”

Bovendien is er weinig bekend over de gevolgen van stapeling: het gebruik van combinaties van producten. “Die combinaties zijn ondertussen al lang en breed aanwezig in het milieu en in levende organismegroepen. De huidige tests en modellen zijn dus geen goede graadmeter voor de werkelijke situatie”, vertelt Geissen.

Lees veel meer in het uitgebreide interview op de site van Wageningen Universiteit