Paul Wieringa, assistant professor bij MERLN, houdt zich bezig met de ontwikkeling van in-vitro modellen waarmee weefsels van te onderzoeken organen heel precies worden nagebootst. Momenteel werkt hij onder meer aan modellen om endometriose en de eileider te bestuderen. Paul Wieringa: “Ik houd me graag bezig met dit soort innovatieve tools omdat ze ons nieuwe verbanden laten zien.”

Wieringa: “Mijn onderzoek gaat vooral over het ontwikkelen van modellen die de weefselomgeving, met de bijbehorende zenuwverbindingen, nauwkeurig nabootsen. Die zenuwverbindingen, waardoor signalen van en naar spieren, organen en andere weefsels worden gestuurd of ontvangen, zijn essentieel om het lichaam te laten functioneren en om communicatie tussen de hersenen en lichaamsdelen mogelijk te maken. Neem het bewegen van een bepaalde spier: wanneer je denkt aan bewegen, gaan er signalen van je hersenen via het ruggenmerg naar motorische zenuwcellen die vervolgens de spieren activeren. Gevolg: de spier beweegt. Om naar dit soort interacties te kunnen kijken, bouw ik systemen die ons helpen te begrijpen hoe die interacties lopen. Met deze systemen kunnen we ook zien welke mechanismen betrokken zijn bij ziekten. In het verleden is onderzoek van het zenuwstelsel soms wat simpel gedaan door bepaalde zenuwen door te snijden en te kijken wat er gebeurt. Maar als je de verbinding kapot maakt kun je het zenuwstelsel niet bestuderen. Zenuwen vertakken zich en hebben veel interacties. Als je de zenuw doorsnijdt, weet je niet wat je echt onderzoekt.

Ik werk aan een universeel in-vitro systeem, op basis van een soort LEGO-bouwsteentjes. Hiermee kun je plug-and-play, in een driedimensionale omgeving, verschillende zenuwen en weefsels met elkaar combineren, ze samen laten groeien en vervolgens de reacties observeren.

Lees het hele interview op de site van de UM.

Logo MERLN Institute
Deel via: