Last van de warmte in de zomer? Goed nieuws: ons lichaam heeft van nature goede mechanismen om af te koelen, weet Jan Bourgois, professor inspanningsfysiologie. We kunnen bovendien leren om te acclimatiseren.

De roots van de mens liggen in Afrika, een omgeving met een subtropisch klimaat. We zijn met andere woorden subtropische wezens. Ons lichaam kan dus vanuit evolutionair perspectief goed om met een warme omgeving. We kunnen ons zelfs deels aanpassen aan hitte, waardoor we tropische temperaturen beter verdragen. Dat acclimatisatieproces duurt 14 dagen.

“De mens is homeotherm: we streven naar een constante kerntemperatuur van gemiddeld 37°C. Als onze kerntemperatuur stijgt – door een warme omgeving of door fysieke activiteit – doet ons lichaam er alles aan om onze kerntemperatuur binnen bepaalde grenzen te houden”, vertelt Jan Bourgois.

Het is de hypothalamus, de zogenaamde thermostaat van het menselijke lichaam, die onze kerntemperatuur onder controle houdt. Het werkt met twee mechanismen: de bloedvaten ter hoogte van de huid zetten uit waardoor warmte wordt afgegeven aan de omgeving en als dat niet volstaat werkt zweet als een natuurlijke airco voor ons lichaam.

Zweet is het belangrijkste afkoelingsmechanisme tijdens fysieke inspanningen. Als we het te warm krijgen, geven onze zweetklieren vocht af op de huid. Dat vocht verdampt en voert zo overtollige warmte af. Dat ons zweet verdampt, is daarbij essentieel. Daarom dragen we bij warm weer beter geen katoenen kledij, want dan plakt je zweet in je kledij en kan het niet verdampen. Het is ook beter je zweet niet voortdurend af te vegen: geef het de kans te verdampen.

Lees het hele (oude) bericht op de site van de UGent.

Hittebeeld van een menselijk lichaam
Deel via: