Democratie van jongeren

Mijn onderzoek focust zich op de ontwikkeling van burgerschaps- en interculturele competenties bij jonge mensen. Mijn team en ik werken vooral kwantitatief en gebruiken gestandaardiseerde vragenlijsten bij representatieve steekproeven van jongeren (12- tot 25-jarigen) om te peilen naar hun visie op democratie en de wijze waarop zij deze vorm willen geven. Zo hebben we in het verleden de kennis van democratische processen bij 14-jarigen onderzocht, en geanalyseerd welke factoren hierin een bepalende rol spelen. We hebben ook verkend hoe scholen kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van democratische vaardigheden (zoals de bereidheid om te stemmen) en attitudes (zoals vertrouwen in politieke instellingen en houdingen ten opzichte van migranten), met speciale aandacht voor de rol van leraren in het stimuleren van deze competenties. Adolescentie is een cruciale periode voor de ontwikkeling van democratische competenties, waarin rolmodellen van onschatbare waarde zijn.

 

Een mondiale thermometer

Wanneer ik onbeperkte financiële middelen, vrijstelling van verplichtingen en onbegrensde tijd ter beschikking zou hebben, zou ik me aan grootschalige, longitudinale en mogelijk wereldwijde studies op het gebied van politieke socialisatie en burgerschapseducatie wagen. Zo’n project zou voortbouwen op eerder werk zoals de ‘International Civic and Citizenship Education Study’ (ICCS) en dieper ingaan op de mechanismen van de manier waarop ouders, scholen en docenten competenties zoals tolerantie, intercultureel begrip en burgerbetrokkenheid kunnen helpen vormgeven. In grootschalig longitudinaal onderzoek op dit vlak, worden Afrikaanse democratieën vaak niet meegenomen. Een beter begrip van hoe jongeren in deze landen democratie zien, zou nochtans veel bijdragen aan het vergelijkend competentieonderzoek. Dit zou niet alleen aanzienlijk bijdragen aan de academische literatuur, maar ook praktische toepassingen hebben bij het vormgeven van onderwijsbeleid en lerarenopleidingsprogramma’s wereldwijd.

Dit onderzoek zou onder andere kunnen inhouden: gedetailleerde tracking van politieke attitudes en gedrag over tijd, de impact van sociale media op politiek bewustzijn, en de rol van onderwijshervormingen in de ontwikkeling van kritisch denkvermogen en actief burgerschap. Bovendien zou het mogelijk zijn om innovatieve methodologieën toe te passen. Big data-analyse zou complexe patronen en relaties kunnen identificeren die met traditionele methodes misschien niet aan het licht zouden komen. Ook zou er ruimte zijn voor experimentele interventies binnen educatieve settings om de effectiviteit van verschillende onderwijsstrategieën in het bevorderen van burgerschapscompetenties te testen.

Met ‘zeeën van tijd’ zou het mogelijk zijn om de impact van burgerschapseducatie gedurende de volledige formele onderwijsperiode van een individu te onderzoeken, van de basisschool tot en met het hoger onderwijs. Dit zou onderzoekers in staat stellen om de lange termijneffecten van burgerschapsonderwijs en -ervaringen op volwassen politiek engagement en maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel te beoordelen. Er zou een uitgebreid netwerk van internationale samenwerkingen kunnen worden opgebouwd, waardoor er een wereldwijde dialoog en uitwisseling van beste praktijken tussen onderzoekers, beleidsmakers, en onderwijsprofessionals kan ontstaan. Dit zou niet alleen de reikwijdte van het onderzoek vergroten, maar ook bijdragen aan de inzet voor beter onderwijs op grote schaal.

 

Concrete aanbevelingen

Met de vrijheid om diepgaande analyses te maken, zou er ook ruimte zijn om de kwantitatieve inzichten te verrijken met diepgaand comparatief kwalitatief onderzoek. Door etnografische studies en diepte-interviews met leerlingen, ouders, leraren en beleidsmaker kunnen we een dieper inzicht krijgen in hoe individuen hun democratische identiteit construeren.

Het einddoel van zo’n onderzoeksproject zou zijn om concrete en evidence-based aanbevelingen te doen voor onderwijsinterventies die niet alleen gericht zijn op het ontwikkelen van kennis, maar ook op het in staat stellen van jongeren om actieve en geëngageerde democratische burgers te worden. Door een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden zouden we een multidimensionaal beeld kunnen schetsen van de manier waarop jongeren leren deel te nemen aan de democratie en hoe zij beïnvloed worden door hun sociale en educatieve omgevingen.

 

Democratie: awel ja!

 Samenvattend zou ik de grenzen van de huidige kennis op het gebied van politieke socialisatie kunnen verleggen, maar ook kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van een generatie die beter uitgerust is om de uitdagingen van hedendaagse democratieën aan te gaan. Globalisering, digitalisatie, migratie en polarisatie zijn geen uitdaging die we zomaar bij jongeren kunnen dumpen. Zoals Hannah Arendt al aangaf moeten jonge mensen niet enkel opgeleid worden voor de wereld vandaag, maar ook voor toekomstige generaties. Uitgebreid onderzoek naar politieke socialisatie van jongeren is een unieke kans om eerst en vooral een beter begrip te krijgen van hoe we jongeren best ondersteunen om met die uitdagingen om te gaan, maar geeft ook de mogelijkheid om praktische instrumenten en strategieën voor het onderwijs te ontwikkelen, die wereldwijd kunnen worden geïmplementeerd.

Democratie: awel ja, het is de verantwoordelijkheid van ons allen, en ook van onderzoek, om een fundament te leggen waarop elke jongere kan staan en groeien als wereldburger in een steeds meer verbonden wereld.