Van kennis uit wetenschappelijk onderzoek wordt vaak verwacht dat deze ten goede komt aan de samenleving. In de gezondheidszorg kunnen patiënten bijvoorbeeld verzoeken dat zij een op wetenschap gestaafde behandeling ontvangen. Toch concluderen verschillende wetenschappers dat er grote kloven zitten tussen wat we weten en wat we daadwerkelijk doen. Dit soort wetenschappers nam de taak op zich om deze kloven tussen wetenschap en beleid te overbruggen door het beoefenen van zogenoemde ‘kennistranslatie’.

In zijn proefschrift ‘Mundane Knowledge Translation: Revealing the work that underlies evidence-informed policy’, laat promovendus Robert Borst zien dat dit veld van kennistranslatie meer aandacht moet besteden aan minder formele vormen van interactie tussen onderzoekers en beleidsmakers. Hoewel het veld vaak het gebruik van instrumenten promoot, laat zijn onderzoek zien dat het vaak veel alledaagsere vormen van translatie zijn waarmee kennis uit wetenschappelijk onderzoek wordt gedeeld met beleidsmakers. Neem bijvoorbeeld de zogenoemde ‘evidence brief’. Een evidence brief is een kort, vaak visueel aantrekkelijk document dat de laatste wetenschappelijke inzichten over een specifiek onderwerp presenteert, inclusief mogelijke opties voor beleidsinterventie.

Borst stelt dat alledaags kennistranslatiewerk meer gefaciliteerd moet worden. Bijvoorbeeld door financiers die tijd en budget zouden kunnen vrijmaken voor dergelijke activiteiten. Ook wetenschappelijke tijdschriften kunnen meer ruimte bieden aan contextuele beschrijvingen van hoe kennistranslatie in de praktijk daadwerkelijk in zijn werk ging. Tot slot stelt hij voor dat onderzoekers die hun bevindingen willen vertalen naar actie, moeten erkennen dat dit ook de ontwikkeling van ‘zachtere vaardigheden’ vereist, zoals het op kunnen bouwen van relaties en sociaal en tactvol zijn.

Lees het volledige bericht op de site van de EUR.