Hoe reageren mensen op veranderende verwachtingen over hun toekomst? Het is een fundamenteel economisch vraagstuk dat aan bod komt in het proefschrift van TiSEM-promovendus Dániel Kárpáti. Of in dit geval: welke financiële keuzes maak je als je weet dat je een relatief lang dan wel kort leven zal hebben?

Het is volgens Kárpáti een zeer actuele vraag, aangezien onze levensverwachting in de afgelopen vijftig jaar met zo’n acht jaar is toegenomen. Een positieve ontwikkeling die serieuze consequenties heeft. De vergrijzende bevolking legt immers een groter beslag op sociale voorzieningen zoals het pensioen- en zorgstelsel.

Kárpáti: “Onze levensverwachting neemt vooralsnog toe en economen willen daarom graag begrijpen hoe mensen hierop kunnen reageren. Betekent langer leven ook dat we meer gaan sparen voor ons pensioen? Want als dat niet het geval is, moet je misschien wat paternalistischer tegen mensen zijn. Bijvoorbeeld door manieren te bedenken om ze meer te laten sparen.”

Hij deed een opmerkelijk onderzoek, door mensen te bevragen die genetische tests ondergaan hadden om erachter te komen of zij lijden aan een bepaald syndroom. De levensverwachting van mensen die lijden aan dat syndroom kan, zonder regelmatige screenings, tientallen jaren korter zijn dan mensen zonder dat syndroom: een duidelijke omstandigheid voor een vergelijking tussen die groepen. Hoe gaan beide groepen om met het sparen voor de toekomst?

Het financieel vermogen (spaartegoeden en beleggingen) van de groep met een langere levensverwachting bleek na tien jaar ongeveer veertig procent hoger te liggen dan het vermogen van de mensen met het syndroom.

Lees het hele artikel op de site van de Tilburg University.