In de Noordzee, op circa 20 kilometer van de kust bij Hoek van Holland, start binnenkort een experimenteel onderzoek van de Universiteit Twente (UT) naar een innovatieve vorm van seismische monitoring. Universiteit Twente en het CO2-transport- en opslagproject Porthos werken in dit onderzoek samen. Binnen de 500-meterzone van het P18-A-platform van Porthos worden enkele maritieme seismometers geplaatst die continu metingen uitvoeren van trillingen in de ondergrond. Deze techniek moet leiden tot een beter begrip van ondergrondse processen en levert waardevolle inzichten op voor veilige en verantwoorde CO₂-opslag.

Dit project is onderdeel van het DICTUM-onderzoek, dat zich richt op het verbeteren van de beeldvorming van diepe ondergrondstructuren in Nederland. Waar seismische gegevens traditioneel worden verzameld met land gebaseerde netwerken, maakt DICTUM gebruik van sensoren direct op de zeebodem. Door de korte afstand tot het CO2 -injectiepunt van Porthos is het mogelijk om subtiele signalen beter waar te nemen, wat bijdraagt aan vroegtijdige detectie van eventuele veranderingen in de ondergrond, zodat hierop kan worden geacteerd.

Lees het hele bericht op de site van de UTwente.

Porthos is eigendom van drie overheidsbedrijven (EBN, Gasunie en het Rotterdamse havenbedrijf). Op het project is volgens de Volkskrant veel kritiek: vanwege de grote mate van onzekerheid rondom de technologie en vanwege de twee miljard euro subsidie (!). Een prikkel voor duurzame verandering is het afvangen en opbergen van CO2 niet.

CO2-opslag
Beeld: Porthos
Deel via: