Bert Meijer, universiteitshoogleraar aan de TU/e, werkt al zijn hele carrière aan plastic en polymere materialen. Hij ziet een oplossing voor ons plasticafval-probleem.
“We hebben de rest van de wereld niet genoeg meegenomen in de ontwikkeling van polymeren.” Daarmee doelt hij op de scheikundige term voor de organische moleculen die, chemisch aan elkaar gekoppeld, de basis vormen voor plastic. “Maar voor het produceren van bruikbaar plastic zijn ook additieven nodig en juist daarin schuilt zowel het probleem als de oplossing voor plastic afval”, stelt hij. “Er zijn talloze additieven die door eveneens talloze producenten gebruikt worden. Dat maakt het recyclen van plastic heel divers, lastig en daardoor duur. De kosten voor het recyclen van plastic zijn simpelweg hoger dan voor het produceren van nieuw plastic.”
Uniformering van plastic productie lijkt in dat opzicht het ei van Columbus en daarin ligt volgens Meijer ook een belangrijke taak voor de politiek. “Beleidsmakers moeten, in samenspraak met de industrie, deskundige maatregelen nemen om productie te versimpelen. (…) De industrie moet op zijn beurt het belang inzien van restrictie van additieven en daarmee bijdragen aan betaalbare recycling. En dat moet gepaard gaan met voornamelijk het gebruik van het type plastics die het gemakkelijkst te recyclen zijn.”
Maar ook in zijn eigen wetenschappelijke hoek ziet Meijer een duidelijke verantwoordelijkheid: plastic ontwikkelen dat makkelijk en vooral goedkoop te recyclen is. “Daarmee is de nodige vooruitgang geboekt. En natuurlijk mag je van ons wetenschappers verwachten dat we hiermee verder gaan. Maar er kan al veel meer dan nu in de praktijk wordt gebracht.”
“Het is continu zoeken naar de perfecte balans tussen covalente binding, oftewel een stabiel materiaal, en niet-covalente binding, oftewel de mogelijkheid om datzelfde materiaal steeds weer te hergebruiken.”
Lees het hele stuk op de site van de TUe.
