In de gangen van het Geo-Instituut in Heverlee hangen letterlijk, netjes ingekaderd, tientallen stukken bodem aan de muur. Bodemprofielen noemen de wetenschappers ze, en ze komen uit alle streken van het land: van de West-Vlaamse polders, over de zandleemstreek in het centrum, tot de Jurastreek in het uiterste zuiden. Professor Karen Vancampenhout is bodemkundige en beheert de collectie.
Voor het ontstaan van de collectie bodemprofielen moeten we terug tot net na de Tweede Wereldoorlog. De voedselproductie moest toen drastisch opgevoerd worden, maar het Ministerie van Landbouw had geen idee met welke bodems het te maken had. In de jaren vijftig werden er dus karteerders op pad gestuurd om een bodemkaart van België te maken. Een monnikenwerk, vertelt Vancampenhout: “Ze deden twee boringen per hectare. Van geen enkel ander land is de bodem zo goed in kaart gebracht. Die karteerders maakten ook grotere referentieprofielen om hun boorresultaten mee te vergelijken, en het zijn die referentieprofielen – een zestigtal – die uiteindelijk in onze collectie zijn beland.”
De collectie is ook digitaal toegankelijk. Lees het hele verhaal op de site van de KU Leuven.
