De dominante rol van de chemie

In de miljarden jaren sinds de aarde ontstond, kende het klimaat vele gezichten: lange perioden van broeierige warmte en ijstijden. Ook nadat de mens verscheen, bleef dat ritme nog lange tijd herkenbaar: traag stijgen, traag dalen, een wereld die ademde op een schaal groter dan ons leven. Maar nu is die ademtocht versneld tot een hijgende sprint. De opwarming gaat snel en voelt steeds minder als een natuurlijke schommeling en steeds meer als een door ons aangejaagde ontsporing. En hier moet ik, als chemicus, eerlijk zijn: wij hebben daarin een hoofdrol gespeeld — en spelen die nog steeds. Wij maakten de synthese van ammoniak mogelijk, en daarmee werd de voedselproductie een industriële zekerheid. De wereldbevolking kon groeien tot meer dan het dubbele van wat lang haalbaar leek. Gemiddeld komt ongeveer de helft van de stikstofatomen in ons lichaam uit een chemische fabriek. Daar hield het niet op. Dankzij medicijnen en vitamines leven we niet alleen met velen, maar zijn we ook gemiddeld tientallen jaren ouder geworden. Chemie leverde bovendien steeds betere materialen en die combinatie stuwde onze welvaart omhoog: grotere huizen, zwaardere auto’s, meer vliegen, meer consumeren. De dominante rol van chemie is overal: van brood tot pil, van plastic tot planeet.

De ongecontroleerde opwarming van de aarde hangt samen met die vele miljarden mensen die, mede door chemische triomfen, langer en luxer leven. Niemand stelt serieus voor om de bevolking te halveren of een maximale leeftijd in te voeren. Dus blijft er maar één richting over: soberder leven. Gelukkig betekent dat niet terug naar het begin van de vorige eeuw. Opnieuw zijn het chemici die helpen de overgang mogelijk te maken. Door vooruitgang in de katalyse zijn processen schoner dan ooit. We ontwikkelen minder giftige alternatieven, nieuwe materialen maken grootschalige zonnecellen en batterijen haalbaar, plasticrecycling wordt beter, voedsel blijft langer houdbaar. En als recent hoogtepunt: de Nobelprijs voor Omar Yaghi, die met zijn metal–organic frameworks (MOF’s) CO2 uit de lucht kan afvangen. En toch: chemie kan het niet alleen. Elke doorbraak die ons leven verbetert, beantwoorden wij collectief met nóg meer gebruik en groei waardoor we steeds achter de feiten blijven aanlopen.

Dus chemie is onmisbaar, maar niet almachtig. Zij kan het mogelijk maken dat we anders en beter leven; ze kan het niet voor ons doen. De toekomst vraagt om twee bewegingen tegelijk: betere chemie én minder vanzelfsprekende groei. Pas als we die twee samen durven te maken, krijgt vooruitgang weer de betekenis die ze hoort te hebben: niet méér, maar beter.

Deel via: