Broodjeaapverhalen

De kleedkamer van onze basisschool was dé plek waar sterke verhalen werden uitgewisseld. Ik en mijn klasgenootjes proberen elkaar van alles wijs te maken, terwijl we allemaal wisten dat het onzin was. Het was de uitdaging om – ondanks dat we de spelregels kennen – elkaar toch aan het twijfelen te brengen.

Ik weet nog goed dat ik een vriendje probeer te overtuigen dat je in sommige games geheime levels kunt vinden als je een cheatcode op het juiste moment intoetst. Dat ‘juiste moment’ is altijd een onhandig moment: kerstavond, oudejaarsavond om 0.00 uur, op zijn verjaardag. Of hij erin is getrapt weet ik helaas niet, maar dat is het punt ook niet. Het ging er vooral om dat je je onzinverhaal zo overtuigend mogelijk kon overbrengen. En trapte je erin, dan was het de ongeschreven regel dat je dat gewoon toegaf, zodat iedereen iets te lachen had.

Ruim 25 jaar later ben ik onderzoeksjournalist en is er veel veranderd sinds die kleedkamerverhalen.

Tijdens mijn opleiding Journalistiek en Nieuwe Media in Leiden kwam de term broodjeaapverhaal regelmatig langs. Die term is afkomstig van zo’n zelfde sterk verhaal: restaurants die broodjes met apenvlees zouden verkopen. Het zijn van die volksverhalen waarvan je denkt: ‘Wie trapt daar nou in?’ En wat dan nog? Niemand raakt beschadigd als je erin trapt.

Na bijna 3 jaar corona weten we wel beter. Talloze individuen hebben de afgelopen jaren hun kans schoon gezien om misinformatie de wereld in te pompen, soms uit persoonlijke overtuigingen. Ze worden niet gehoord en willen per se hún waarheid verspreiden. Of ze willen hun extreme gedachtegoed kracht bijzetten door het vertrouwen van burgers in instituten te beschadigen.

Maar ze doen het vooral omdat onwaarheid een verdienmodel kan zijn. Misinformatie creëert ophef en chaos. Mensen drukken liever op retweet en repost dan dat ze een bericht checken op waarheid. Trollenlegers organiseren zich op Telegram en Discord om gecoördineerd nepaccounts aan te sturen. Nepnieuwssites zijn volgekalkt met advertenties, merchandise en donatieknoppen. Simpel gezegd: ongure types verdienen geld door jou te misleiden. En dat je daar schade van kunt oplopen, kan ze niets schelen.

Misinformatie is echter geen recent fenomeen. In de tijd van broodjes aap werden ook al schadelijke onzinberichten gepubliceerd en verspreid. En hoe verder we terugkijken, hoe vaker we ontdekken dat misinformatie een belangrijk wapen is in de handen van foute figuren. Dus blijkbaar is er iets in mij veranderd, waardoor ik de impact van misinformatie ben gaan herkennen.

Sinds 2020 onderzoek ik wat het mechanisme achter misinformatie is. Zolang we de spelregels niet kennen, lijkt elk nepnieuwsbericht op een goed uitgevoerde goocheltruc. Je ziet iets wat eigenlijk niet zou kunnen, maar omdat je niet weet hoe de illusie werkt, ga je toch twijfelen. Het is mijn taak om te laten zien waar de visdraadjes hangen, wat de assistent achter de coulissen doet en hoe de vingervlugge beweging van de illusionist het publiek voor de gek houdt.

De goocheltruc wordt echter steeds omvangrijker en moeilijker te doorgronden. Manipulatie van foto’s was eerst nog slordig knip- en plakwerk, daarna werd het photoshoppen, en nu lijken deepfakes een nieuwe stap te worden in deze technologische wapenwedloop. De hoofdrolspelers staan niet altijd midden op het podium, maar verschuilen zich achter het gordijn.

Zodra je weet wat de spelregels zijn, ben je digitaal weerbaarder. Dan kunnen mensen keuzes maken op basis van kloppende informatie – ook al is die keuze er niet altijd eentje die jij zou maken. Dan worden politici, journalisten en andere mensen niet langer met de dood bedreigd, omdat ze onderdeel zouden zijn van een complot.

Ik wil het liefste weer terug naar de tijd van de kleedkamer. Mensen met spannende verhalen boeien. Precies weten wanneer we elkaar in de maling proberen te nemen. Luchthartig met elkaar omgaan. En vooral weer vriendelijk tegen elkaar zijn.