Een duurzaam en rechtvaardig voedselsysteem

In mijn jeugd was het verorberen van de avonturen van Suske en Wiske een verslaving die mijn ouders wellicht net zoveel zorgen baarden als ik nu zelf ervaar met de schermtijd van mijn dochters. De Vlaamse stripfiguren waren heuse influencers voor me. Een favoriet personage uit de stripreeks was Professor Barabas, met name vanwege zijn spectaculaire uitvindingen. Met stip op één: de teletijdmachine. Dit wonderlijke apparaat stelde Suske en Wiske, vaak vergezeld door tante Sidonia, Lambik en Jerom, in staat om te reizen door tijd en ruimte. Met een ruk aan de hendel schoten ze zo de toekomst in!

Bron: Vandersteen, W. (1952) Suske en Wiske, De Tuf-Tuf-Club. https://www.deperfectepodcast.nl/informatief/de-15-beste-uitvindingen-van-professor-barabas/

 

Vanuit mijn rol als docent-onderzoeker houd ik me bezig met de toekomst van ons landbouw- en voedselsysteem. Hoe ziet een duurzaam en rechtvaardig Nederlands voedselsysteem eruit? En hoe kunnen we het huidige systeem transformeren naar een duurzame toekomst? Ik benader deze vragen vanuit een governance perspectief: hoe wordt het systeem gestuurd en door wie? Hier komen instituties om de hoek kijken. Die bepalen de spelregels van ons voedselsysteem.

We kunnen ons voedselsysteem typeren als een sociaal construct: een complex geheel van regels, gewoonten, praktijken, overtuigingen en opvattingen (lees: instituties) die zich door de loop der tijd hebben ontwikkeld, die we vanzelfsprekend vinden en waar we ons naar gedragen. ‘Dat is mooi’, hoor ik u denken, ‘dus als we dit systeem zelf hebben bedacht met z’n allen, dan kunnen we het ook samen veranderen’. Klopt helemaal. Dit maakt institutionele verandering zo wezenlijk voor duurzaamheidstransities. Immers, zo’n transitie kan zich alleen voltrekken als we de spelregels van het systeem wijzigen en wij ons gedrag daarop aanpassen.

Maar dit ‘samen veranderen’ is in de praktijk niet zo makkelijk. Bestaande spelregels kunnen elkaar versterken, zodat verandering steeds lastiger wordt. Dit noemen we een institutionele lock-in en die ervaren we nu ook in ons voedselsysteem. We lijken vast te zitten. In transitietaal: de condities voor systeemverandering ontbreken. Dit zorgt voor pad-afhankelijkheid: we blijven vooral voortbouwen op het bestaande regime. Verschillende oorzaken zijn hiervoor aan te wijzen, zoals gevestigde belangen die zorgen voor weerstand tegen verandering en een gebrek aan politieke wil en daadkracht om de status quo te doorbreken. In Nederland zijn we de afgelopen jaren geconfronteerd met dit institutionele onvermogen via de gehekelde stikstofcrisis, waar we nog middenin zitten.

Een wat onderbelichte factor van dit onvermogen is ons collectieve gebrek aan verbeeldingskracht. We zijn zo gewend geraakt aan het huidige systeem en haar spelregels dat het moeilijk voorstelbaar is dat het ook anders kan. Na decennia van exportgerichte productiegroei via specialisatie, schaalvergroting, standaardisatie en technologische innovatie vinden we het lastig om af te wijken van dit productionisme-pad. We hebben moeite het idee-fixe los te laten dat ‘Nederland de wereld moet voeden’. We zijn de neoliberale mantra gaan geloven dat de keuzevrijheid van burgers voor hun voedselvoorziening het beste tot zijn recht komt als we ze bezien als prijsbewuste consumenten. En we zijn de natuur gaan beschouwen als een oneindige hulpbron die we zo optimaal mogelijk moeten benutten voor onze voedselproductie. Zou dit ook anders kunnen? Hier komt mijn droomproject om de hoek kijken.

In verschillende transitiegerichte projecten[1] werken we aan het verkennen van toekomstbeelden, ook wel futuring genoemd. Deze toekomstbeelden helpen ons om nieuwe social imaginaries te creëren; nieuwe instituties, ideeën en verhalen die vorm en inhoud geven aan een duurzame en rechtvaardige toekomst. Een toekomst die er heel anders uitziet dan het heden. Een toekomst waarin voedsel veel meer is dan een consumptiegoed en natuur intrinsieke waarde heeft. We activeren de verbeeldingskracht, zodat we niet blijven hangen in de (on)mogelijkheden van het bestaande regime. Dit levert inspirerende visies op. Maar het blijven uiteindelijk verbeeldingen, terwijl de urgentie voor een tastbare systemische duurzaamheidstransitie blijft toenemen. De crises stapelen zich op dus we hebben nu behoefte aan verandering in de vorm van nieuwe spelregels, praktijken en verhalen. Wat zou het toch mooi zijn als we een teletijdmachine konden inzetten, fast forward naar een duurzame toekomst. Dat zou een droomproject zijn!

Maar wacht eens even, misschien hebben we de hulp van Professor Barabas helemaal niet nodig. We hoeven niet te reizen door tijd en ruimte om te ervaren hoe een duurzame toekomst eruit kan zien. Er zijn allerlei ‘voorlevers’[2] van deze duurzame toekomst in het hier en nu. Deze boeren en burgers experimenteren volop met nieuwe spelregels en praktijken op hun erven, tuinen en markten, en binnen hun gemeenschappen. Ze werken samen vanuit gedeelde sociale, ecologische en democratische waarden die een heel ander narratief schetsen over landbouw en voedsel. Dit verhaal gaat over sociale wederkerigheid en solidariteit, voedselsoevereiniteit, samenwerken met de natuur, en bestaanszekerheid. Deze voorbodes hebben vaak ook al een eigen naam: community-supported agriculture; zelfoogst tuinen; buurtmarkten; pluktuinen; agro-ecologische beweging; voedselcoöperaties en gebiedscollectieven, om er maar een paar te noemen.

Op hun eigen plaatsgebonden manier dragen deze voedselgemeenschappen bij aan de verandering van ons voedselsysteem. Ze zetten verbeelding om in realiteit. Via participatief onderzoek kunnen we veel leren over de veranderkracht van collectieve zelforganisatie door boeren en burgers. Ze zijn erg divers in hun samenstelling, organisatievorm en actiegerichtheid. Hoe kunnen we deze institutionele diversiteit beter benutten als bottom-up veranderkracht? Welke ondersteuning hebben ze nodig en welke systemische barrières moeten we doorbreken om hun bereik en impact te vergroten? Door deze vraagstukken te verkennen met de gemeenschappen kunnen we als onderzoekers een bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzame en rechtvaardige toekomst. I am living the dream!

[1] Zoals het NWA programma ‘transitie naar een duurzaam voedselsysteem’. Zie https://www.nwo.nl/onderzoeksprogrammas/nationale-wetenschapsagenda/thematische-programmering/transitie-naar-een-duurzaam-voedselsysteem

[2] De Nooy van Tol, J. (2023) Voorlevers van de nieuwe samenleving. Zutphen: Santasado. Zie https://voorlevers.nl/

1 bijdrage
 

Bron: Vandersteen, W. (1952) Suske en Wiske, De Tuf-Tuf-Club. https://www.deperfectepodcast.nl/informatief/de-15-beste-uitvindingen-van-professor-barabas/  

Jaarlijkse vraag: Een duurzaam en rechtvaardig voedselsysteem