Longread op de site van de TU Delft over de warmtetransitie.

Wetenschappelijk onderzoek is meestal niet alleen het werk van een individuele wetenschapper maar van een team. Sommige onderwerpen en uitdagingen zijn daarnaast zo groot en complex dat ze multidisciplinaire oplossingen vereisen. Op de TU Delft worden de sleuteltechnologieën ontwerpen die nodig zijn om de grote transities in onze maatschappij te laten slagen. Om de CO2-uitstoot te verminderen, en de strategische autonomie te verbeteren, moeten huizen in Nederland van het gas af.

Technologisch is de oplossing is er al: via warmtepompen en geothermiebronnen kunnen we huizen, woningblokken en gebouwen verwarmen. Universitair hoofddocent Martin Bloemendal is nauw betrokken bij het project Geothermie Delft en doet onderzoek naar de mogelijkheid om warmte voor een langere periode op te slaan of te bufferen. Het gedrag van mensen en hoe de techniek daarop kan inspelen – daarnaar doet universitair docent Stella Boess onderzoek.

In Europa gaat vrijwel de helft van de totale vraag naar energie naar verwarming en koeling van huizen, kantoren, industriële processen. De energietransitie is dus net zo goed een warmtetransitie. In Delft bestaat een bijzonder project genaamd Geothermie Delft. Op het campusterrein is een aardwarmtebron van twee kilometer diep aangelegd door TU Delft, Aardyn en EBN samen, om CO₂-vrije warmte uit de grond te pompen. De bron zal in 2026 in gebruik worden genomen en zal de oude campusgebouwen en zesduizend Delftse woningen van duurzame warmte kunnen voorzien. Geothermie Delft is oorspronkelijk geïnitieerd door studenten in 2007, en het is één van de eerste projecten wereldwijd in deze orde van grootte dat doorgaat. Naast warmtelevering gaat het project gepaard met fundamenteel onderzoek en onderwijs. Bloemendal: “De geothermiebron produceert warmte op een constant niveau maar onze warmtevraag is hoog in de winter en afwezig in de zomer. We willen overschotten met buffering, opslag van warmte in een laag grondwater op 200 meter diepte. Met dit onderzoek zijn we koplopers in de wereld.”

Lees de longread hier.

Beeld: TU Delft
Deel via: