Eerstegeneratiewetenschappers – mensen die als eersten in hun familie de universiteit betreden – worden binnen de academische wereld structureel ondergewaardeerd, stelt De Jonge Akademie. Hun loopbaan begint vaak met een gebrek aan kennis van de ongeschreven academische regels, en ook later blijven zij vaak onzichtbaar. Hoewel zij unieke kwaliteiten zoals doorzettingsvermogen, autonomie en maatschappelijke betrokkenheid meebrengen, krijgen zij minder kansen op een academische carrière en worden hun vaardigheden zoals wetenschapscommunicatie onvoldoende erkend. De universiteit profiteert te weinig van hun potentieel en moet zich actief aanpassen om inclusiever te worden.
Om verandering teweeg te brengen, pleit De Jonge Akademie voor structurele aanpassingen binnen universiteiten. Dat begint bij betere voorlichting over academische codes, het doorbreken van elitaire gewoontes en het aanpassen van onderwijs aan studenten met diverse achtergronden. Ook is mentorschap cruciaal: het aanstellen van rolmodellen en het actief begeleiden van eerstegeneratiewetenschappers kan een groot verschil maken. Verder moet de waardering van vaardigheden die niet traditioneel worden gemeten – zoals het kunnen overbruggen van wetenschap en samenleving – een plaats krijgen in beoordelingen en promoties.
Lees het interview met de voorzitter van De Jonge Academie, Eddie Brummelman, op de site van Folia.
