Door de opwarming van het klimaat komt extreem weer steeds vaker achter elkaar voor. Een nieuwe studie, geleid door de VU Amsterdam, ETH Zürich en het International Institute for Applied Systems Analysis (IIASA), laat zien dat zulke hitte-extremen een ernstige bedreiging vormen voor de wereldwijde voedselproductie.

De studie toont aan dat hitte aan het begin van het seizoen het opbrengstpotentieel kan verhogen, maar de gewassen juist ook kwetsbaarder maakt voor daaropvolgende hittegolven tijdens de bloeiperiode. Bij maïs, sojabonen, tarwe en gerst in de VS en Europa zorgt hitte in het voorjaar voor 5 tot 55 procent meer opbrengstverlies bij hitte in de zomer, vergeleken met jaren waarin het lenteweer gemiddeld is.

Tegen het einde van de eeuw kunnen opeenvolgende hittegebeurtenissen tot tien keer vaker voorkomen als de uitstoot hoog blijft. Als rekening wordt gehouden met deze interactie, zullen de verwachte opbrengstverliezen met 2 tot 44 procent toenemen, waardoor de mogelijke voordelen van warmere lentes teniet worden gedaan.

Als we de opwarming van de aarde beperken tot 1,5 graden Celsius, nemen de verwachte verliezen af tot slechts 1 tot 6 procent. “Dit onderstreept hoe cruciaal snelle klimaatactie is om maatschappelijke gevolgen van steeds complexere klimaatrisico’s te voorkomen,” benadrukt Kai Kornhuber, klimaatonderzoeker bij IIASA.

Lees het hele bericht op de site van de Vrije Universiteit.

Hitte en voedselproductie
Beeld: Rafael Duarte/ ILO
Deel via: