De naam organ-on-a-chip is eigenlijk een beetje misleidend volgens Bart Kramer die 23 oktober 2025 succesvol zijn proefschrift verdedigde. ‘Het is niet zo dat we hele organen namaken’, zegt hij. De chips zitten op een kunststof plaat, niet groter dan een smartphone, met stukjes weefsel van bijvoorbeeld een bloedvat of lever. Dit weefsel is gekweekt uit menselijke cellen, bijvoorbeeld van patiënten. Kleine kanaaltjes voeren vloeistof langs de cellen om ze te voeden.
Dankzij de realistische nabootsing van het menselijk lichaam kunnen onderzoekers metingen doen om ziekten te bestuderen of nieuwe medicijnen beter te testen. Bovendien kunnen in één plaat meer dan veertig stukjes weefsel parallel worden getest, wat het platform zeer geschikt maakt voor grootschalig onderzoek (hoge doorvoer analyses).
Belangrijk bij organ-on-a-chip is om het systeem niet complexer dan nodig te maken. ‘Hoe simpeler het model, hoe beter de schaalbaarheid’, legt Kramer uit. ‘En dat is nodig om honderden stoffen tegelijk te kunnen testen.’ Kramer versimpelde het model zo ver mogelijk in onderzoek naar de invloed van roken op aderverkalking. ‘We wilden naar het begin van het ziekteproces kijken, waardoor we minder verschillende celtypen nodig hadden dan als we naar een later ziekteproces keken. Dan zijn er meer celtypen bij betrokken.’
Lees het hele verhaal op de site van de Universiteit Leiden.