Onder invloed van de toenemende klimaatverandering klinkt de roep naar rechten voor de natuur steeds luider, vooral vanuit klimaatactivisten. Maar zouden zulke rechten de natuur beter beschermen? Durf Denken van UGent vroeg het aan professor Hendrik Schoukens van de vakgroep Europees, publiek- en internationaal recht.
Hoe komt het dat mens en natuur zo vaak tegenover elkaar lijken te staan?
“De focus van ons juridisch bestel draait rond de mens, en dat spruit voort uit het idee dat de mens een uitzonderlijk wezen is. In de Verlichting ontstond de overtuiging dat de mens de natuur moet domineren. Met als gevolg dat we economische belangen al eeuwenlang boven milieubelangen stellen. Dat de Europese natuurwetgeving beschermde natuurgebieden boven menselijke en economische belangen plaatst, is voor veel mensen moeilijk te aanvaarden. Omdat we als samenleving nog zo diep doordrongen zijn van het idee dat natuur in dienst staat van de mens en dat die eigenlijk geen deel uitmaakt van de natuur. Maar de klimaatcrisis wijst er ons fijntjes op dat we die laatste overtuiging naar de vuilnisbak kunnen verwijzen.”
Zou zo’n Internationale Verklaring van de Rechten van de Natuur dan niet alle problemen oplossen?
“Nee, ik denk niet dat de invoering van natuurrechten plots alle problemen zal oplossen. Morsige debatten als het stikstofdebat zullen blijven bestaan.”
Lees het hele interview op de site van UGent.