Nieuwe software, ontwikkeld aan KU Leuven, kan op basis van hersengolven nagaan of iemand goed spraak verstaat. De onderzoekers hebben de technologie voor het eerst succesvol kunnen toepassen bij jonge, slechthorende kinderen.

Een hoorapparaat versterkt wel het geluidssignaal, maar het is moeilijk vast te stellen of de persoon in kwestie de spraak ook goed ontvangt en dus kan verstaan. Vanaf de leeftijd van vijf of zes jaar kan je kinderen testen door hen een gestandaardiseerde set van woorden te laten nazeggen, maar voor de vroegere levensjaren, die cruciaal zijn in de spraak- en taalontwikkeling, bestaat er geen betrouwbare meetmethode.

Aan KU Leuven heeft de onderzoeksgroep ExpORL (Experimentele Oto-rino-laryngologie), onder leiding van professor Tom Francart, nieuwe software ontwikkeld om dit probleem te verhelpen. “Onze software analyseert de hersenactiviteit tijdens het luisteren naar natuurlijke spraak”, zegt postdoctoraal onderzoeker Ben Somers. “Zo kunnen we als het ware de twee ‘geluidsbestanden’ met elkaar vergelijken: langs de ene kant het geluidsbestand van de spraak die wordt aangeboden en langs de andere kant een bestand op basis van de hersengolven. Als die twee op elkaar gelijken, dan heeft de persoon de spraak goed verstaan.”

Lees het hele stuk op de site van KU Leuven.

 

 

Beeld: KU Leuven