Het project NanoMedNL ontvangt de subsidie via het programma Onderzoek langs Routes door Consortia (ORC) van de Nederlandse Wetenschapsagenda (NWA). Onder leiding van hoogleraar Enrico Mastrobattista (Universiteit Utrecht) bundelt het consortium de krachten van wetenschappers, artsen, bedrijven, patiënten en het Nederlandse publiek om nanogeneeskunde te verbeteren. Deze behandelingen gebruiken extreem kleine deeltjes om medicijnen precies op de juiste plek in het lichaam af te leveren. Hoewel de potentie groot is, maken nog maar weinig van deze behandelingen de stap van laboratorium naar kliniek.

‘Ondanks het wereldwijde succes van mRNA-vaccins, zoals het COVID-19-vaccin, bereiken te veel nanomedicijnen de patiënt nog niet,’ zegt Matthias Barz, hoogleraar Biotherapeutic Delivery (LACDR). Hij leidt het onderzoek naar kankertherapie binnen het project.

Hindernissen in de nanogeneeskunde

Waarom lopen zoveel veelbelovende behandelingen vast? Martina Vijver, hoogleraar bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), legt uit: ‘Dat komt door een combinatie van wetenschappelijke uitdagingen, de multidisciplinaire aard van het vakgebied, het ontbreken van standaarden, en zorgen over veiligheid en ethiek. Wij willen nanomedicijnen ontwerpen die “safe by design” zijn, waarbij we al bij het ontwerp rekening houden met afbraak en toxiciteit, zowel in mensen als in het milieu.’

Een andere grote uitdaging is begrijpenwat er gebeurt met nanomedicijnen ná aflevering van het geneesmiddel. ‘We hebben dringend inzicht nodig in de stofwisseling en bijwerkingen van nanomedicijnen op plekken waar ze eigenlijk niet bedoeld zijn,’ zegt Thomas Hankemeier, hoofd van het Metabolomics Center (LACDR). ‘Daarom gaan we hun effect op cellen, weefsels en complete organismen onderzoeken.’

Lees het hele bericht op de site van de Universiteit Leiden.

Nano in de geneeskunde
Deel via: