Breintransplantatie

“Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.” Vandaar dat mijn droomexperiment nooit zal kunnen plaatsvinden. En dat is maar goed ook. Toch is het als gedachtenexperiment de moeite waard om over belangrijke vragen na te kunnen denken. Mijn droomexperiment is het brein van de ene persoon te transplanteren naar het hoofd van een andere persoon. Laten we het meer concreet maken. Mijn voorstel is het brein van Robbert Dijkgraaf, gelauwerd wetenschapper en minister van onderwijs en wetenschappen, te transplanteren naar het hoofd van Richard de Mos, de enigszins louche ex-wethouder van Den Haag. We gaan ervan uit dat alle medisch-technische uitdagingen die met zo’n transplantatie gepaard gaan netjes zijn opgelost. Het brein van Robbert Dijkgraaf is naadloos verbonden met de perifere zenuwbanen van Richard de Mos en op deze wijze perfect verbonden met het lichaam van de Mos. Op het eerste oog zou je denken dat Richard de Mos nu een perfecte kopie is geworden van Robbert Dijkgraaf, zij het in een heel ander lichaam met de Mossiaanse kenmerken. Ineens begrijpt de Mos de snaartheorie en kan hij de werking van de kosmos aan ons uitleggen. Hij verruilt het lidmaatschap van Lijst de Mos voor dat van D66. Hij vindt dat de Nobelprijs belangrijker is dan het lot van ADO Den Haag. Dit lijkt allemaal vanzelfsprekend. Maar is dit ook zo? Er zijn redenen om daaraan te twijfelen.

Een van die redenen is dat het brein niet is geïsoleerd van de omgeving. Onze hersenen zijn betrokken op de binnen- en de buitenwereld. Signalen vanuit andere organen in ons lichaam staan in voortdurende interactie met de hersenen. Onder andere onze darmbacteriën (het microbioom) blijken hersenprocessen te kunnen beïnvloeden. Maar het brein stuurt en reageert niet alleen op het interne milieu van het eigen lichaam. Het staat ook in voortdurende interactie met de buitenwereld. Onze hersenen zijn ingeplugd in een netwerk van andere breinen, en worden gevoed door informatie uit de omgeving. Een voorbeeld volstaat om dit duidelijk te maken. Wanneer een in Nederland geboren kind in de eerste levensjaren naar China verhuist, zal het perfect Chinees gaan spreken en verstaan, en nauwelijks of geen Nederlands. Het brein is hetzelfde gebleven, maar wat het kan wordt mede bepaald door de omgeving waarin het is ingeplugd.

Hieruit blijkt, zo kan men redeneren, dat de gedachteninhoud niet wordt vastgelegd door de hersentoestand. De gedachteninhoud is niet een functie van het brein alleen, maar ook van de externe omgeving. Wanneer de hersenen van Robbert Dijkgraaf in het hoofd van Richard de Mos worden getransplanteerd, betekent dit niet automatisch dat er ook een gedachtentransplantatie heeft plaatsgevonden. De inhoud van iemands gedachten, voorkeuren en opvattingen worden vastgelegd in het samenspel tussen hersenen en omgeving. Om het brein van Richard de Mos op dat van Robbert Dijkgraaf te laten lijken, zal dus het lichaam, de echtgenote, de kinderen, de hond, de collega’s en de tuin van Dijkgraaf moeten worden meegeleverd. Zijn brein vormt zijn gedachten in relatie tot de centrale aspecten van zijn omgeving. De hersenen kunnen niet in isolatie beschouwd worden, maar altijd alleen maar in hun betrokkenheid op de Umwelt.

Toch kan men vermoeden dat er ook aspecten van het brein van Dijkgraaf zijn die wel degelijk het Mossiaanse denken beïnvloeden. De geheugencapaciteit, de snelheid van informatieverwerking, de capaciteit van de frontaalschors om impulsen te onderdrukken, zijn gekoppeld aan de architectuur van iemands brein. Geen twee personen, zelf eeneiïge tweelingen niet, hebben een identiek brein. Met verschillen in breinarchitectuur gaan verschillen in capaciteit gepaard. Dus De Mos met het brein van Dijkgraaf zal wel degelijk ook andere capaciteiten hebben. Welke dat zullen zijn is moeilijk te voorspellen. De Mos met het brein van Dijkgraaf zal niet dezelfde zijn als voorheen, maar ook niet geheel iemand anders.

We zien kortom dat het antwoord op de vraag wat een breintransplantatie teweegbrengt in het hoofd en lichaam van de breinontvanger niet zo makkelijk te geven is. Precies om die reden zou ik dit experiment graag een keer uitvoeren. Dat zal er niet van komen en dat is maar goed ook. Zoals Vroman al dichtte: “Ontstelt U dus zulk vergezicht, Houdt dan Uw schedeldoosjen dicht.” Dijkgraaf en De Mos kunnen gerust zijn. We laten hun schedeldoosjes intact.