Professor wiskunde, natuurkunde en artificiële intelligentie aan de VUB en Harvard University Vincent Ginis in een ronkend, en kritiekloos, interview over AI, AGI en de impact op jobs, onderwijs en onderzoek op de site van de VUB.
Ginis: “Creatieve destructie is in elk geval niets nieuws: die verhalen duiken in de loop der eeuwen keer op keer op. Tot nu toe is het altijd goed afgelopen. Creatieve destructie creëert schokken, maar de impact is lokaal en tijdelijk. Op langere termijn creëert het net meer welvaart en daar wordt iedereen beter van.”
Voorzie je een gelijkaardig scenario met AI en AGI?
“Die G van General maakt toch wel een groot verschil. AGI is AI die elke cognitieve taak achter een computerscherm kan uitvoeren, even goed als een mens of beter. Dat noopt tot bescheidenheid, ook bij mij. ChatGPT is in nagenoeg elke intellectuele taak beter dan ik. AGI-systemen kunnen complexe documenten analyseren en produceren en nauwkeurige beslissingen nemen op basis van uitgebreide datasets. De impact op de arbeidsmarkt zal diepgaand en allesomvattend zijn.”
Op welke manier?
“Binnen afzienbare tijd zullen we geconfronteerd worden met fundamentele verschuivingen in hoe werk georganiseerd en gewaardeerd wordt, in sectoren als juridische dienstverlening, softwareontwikkeling, beleidsvoorbereidend werk, logistiek, marketing, wetenschap, journalistiek,… Jobs zullen verdwijnen of sterk veranderen.”
Kloppen vergelijkingen met vroeger dan nog?
“Ik heb er mijn twijfels over. Misschien worden we nu geconfronteerd met een fenomeen waarvoor geen eenvoudige analogie bestaat. Alle voorgaande industriële revoluties gingen over het automatiseren van een taak. AGI gaat over de automatisering van de persoon die de taak uitvoert. (…)
Bij de huidige generatie AI blijken er onverwacht zogenaamde ‘emergente eigenschappen’ te ontstaan. (…) Bij schaalvergroting zien we abrupte sprongen in prestatie op taken waarvoor niet expliciet getraind is. Vandaag kan ChatGPT veel meer aan, van complexe redeneringen tot en met wiskundige berekeningen.”
Zijn deze emergente eigenschappen een bewijs van echte AGI?
“Ik denk dat AGI vandaag eigenlijk al bereikt is. Op scherm-gebonden, kennisintensieve taken zien we operationele AGI: generalisatie over domeinen, tool-use, redeneren en zelfcorrectie. Onder die werkdefinitie is AGI gearriveerd; op fysiek-interactieve en belichaamde taken nog niet.”
Lees het hele interview op de site van de VUB.
Lees de fundamentele kritiek op het spreken over kunstmatige ‘intelligentie’ in de bijdrage van hoogleraar Artificiële intelligentie aan de Radboud Universiteit Iris Van Rooij hier.
