Over eenzaamheid bestaan heel wat misvattingen. Meer inzicht is de sleutel tot de bestrijding.
Jasper De Witte (onderzoeksgroep Sociaal Economisch Beleid en Sociale Inclusie van het Onderzoeksinstituut voor Werk en Samenleving (HIVA) van de KU Leuven) onderzocht de structurele oorzaken van eenzaamheid en hoe die zich manifesteert bij ouderen. Zijn bevindingen staan haaks op het gangbare verhaal. “Eenzaamheid neemt – als we de COVID-19 pandemie even buiten beschouwing laten – niet eenduidig toe. Uit onderzoek blijkt dat het in bepaalde Europese landen vlak voor de pandemie zelfs afnam.”
Die conclusie wordt onderschreven door Luc Goossens, emeritus hoogleraar aan de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen en expert op het gebied van eenzaamheid: “We zien dat de huidige generatie ouderen gemiddeld minder eenzaam is dan vroegere generaties. Ouderen hebben tegenwoordig meer controle over hun leven en zijn meer geneigd om wat hen niet bevalt te veranderen.”
Wetenschappers maken doorgaans een onderscheid tussen ‘sociale’ en ‘emotionele’ eenzaamheid. De Witte: “Sociale eenzaamheid verwijst naar een gebrek aan betekenisvolle relaties met een bredere groep mensen, zoals kennissen, buren of collega’s. “Emotionele eenzaamheid is iets heel anders. “Het betekent dat je een intieme relatie mist, een partner of een beste vriend, iemand met wie je over alles en nog wat kunt praten en met wie je een hechte band hebt. En dat kan behoorlijk diep gaan,” zegt De Witte.
Lees het hele verhaal – ook over de taak van de overheid – op de site van KU Leuven.