Wetenschap is voor Klasien Horstman, hoogleraar Filosofie van de Publieke Gezondheidszorg, het ‘rijk der vrijheid’. Helaas is de werkelijkheid weerbarstiger. Ze ergert zich aan bevoogdende leefstijlinterventies die top-down worden uitgevoerd bij ‘risicogroepen’ die op basis van epidemiologische classificaties worden vastgesteld. “Het vertoog van ‘u moet gezond leven’, vind ik niet fijn.”

Tot haar ergernis is er weinig wetenschappelijke reflectie over het feit dat veel gezondheidsadviezen voor een gezondere leefstijl vaak niet aansluiten bij de realiteit van de ‘risicogroepen’. Dat zijn vaak mensen met lage inkomens. Ze houdt niet van het woord ‘interventie’, dat ze ziet als een versluierde, wetenschappelijke vorm van paternalisme, waarin ook nog eens alleen maar naar het individu wordt gekeken en niet naar de omgeving.

Ze schreef samen met Mare Knibbe het boek De gezonde stadUitsluiting en ontmoeting in de publieke ruimte.  “We zien publieke ruimte als sociale riolering, als plekken om uitsluiting en ongelijkheid tegen te gaan. Vanuit dat perspectief is de buurtsnackbar geen symbool van ongezondheid maar een van de weinige ontmoetingsplekken in buurten met een verschraalde publieke ruimte. Mijn gezondheidswetenschappelijke collega’s vinden dat ze ongezond zijn maar je kan de betekenis van de snackbar niet alleen afmeten aan het aantal calorieën van de snacks; het heeft ook een sociale functie.”

Lees het interview op de site van Maastricht University.

Deel via: