De band tussen ouder(s) en baby is cruciaal voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Het opbouwen van deze band vereist dat ouders gevoelig zijn voor de signalen van hun kind en daar passend op reageren. Onverdeelde aandacht tijdens interacties is daarvoor cruciaal, zo werd in de jaren ’70 aangetoond met het Still Face Experiment. Tijdens dit experiment, dat bestaat uit drie fases, zitten ouder en kind tegenover elkaar. In de eerste fase richt de ouder alle aandacht op het kind. Daarna, in de still face fase, staakt de ouder alle interactie en staart emotieloos voor zich uit. Baby’s raken tijdens deze fase zichtbaar van streek en proberen met man en macht de aandacht terug te krijgen. Dit wordt weerspiegeld in de hersenen: waar de hersengolven van het kind en de ouder synchroon lopen tijdens de interactie, wordt deze verbinding verbroken tijdens het still face.

Een moderne variant van het Still Face Experiment werd ontwikkeld waarbij ouders tijdens de still face fase hun aandacht op hun mobiele telefoon richten. Afgezien van deze kleine aanpassing, bleven de onderzoeksprocedure én de reacties van de baby’s identiek aan die van het origineel. Zodra ouders hun aandacht op hun telefoon richtten, begonnen de baby’s te huilen en wiebelen, pogend de aandacht van hun ouder terug te winnen. Ook de synchronisatie in de hersengolven tussen het kind en de ouder lijkt verloren te gaan tijdens het telefoongebruik.

Bericht op de site van het Donders Instituut.