Een miljard levens staan op het spel, maar COP reageert met fantasierijke routekaarten, valse beloften en het beleefde optreden van het alledaagse kwaad.

Inheemse activisten bestormen COP30 in Belém
De VN-klimaatconferentie, officieel bekend als de Conferentie van de Partijen (COP), in Belém, Brazilië, is afgelopen. Het belangrijkste wat er gebeurde, was het moment dat inheemse volkeren de conferentie binnenstormden en de ingangen blokkeerden. Ze scandeerden: “Ons land is niet te koop” en: “Geld kunnen we niet eten”. Zij bevinden zich in de frontlinie van het wereldwijde doodsproject: agribusiness, oliewinning, illegale mijnbouw, het geweld van landeigenaren en houtkapbedrijven.
De VN-klimaatconferenties, officieel bekend als de Conferentie van de Partijen (COP), zijn in het leven geroepen om hen buiten de besluitvorming te houden. Om hen alleen maar mee te nemen om kleur te geven, als symbolische figuren, om vriendelijk te komen bedelen. De COP is in het leven geroepen om hen naar hun dood te leiden. En nu om de rest van ons naar onze dood te leiden.

Een miljard doden – duizend miljoen mensen – is volgens schattingen van Amnesty International nog maar het begin. COP reageert op deze grootste misdaad aller tijden met… routekaarten, overleg, aanbevelingen, doelstellingen, beloften. Alles behalve daadwerkelijke actie. COP is het ‘bla bla bla’ van het alledaagse kwaad.
Iedereen en elke organisatie die deelneemt aan een dergelijke obsceniteit, wordt medeplichtig aan die obsceniteit. In het licht van dergelijk kwaad ga je niet in gesprek. Je komt in verzet.
Revolution in the 21st Century en soortgelijke netwerken bereiden zich voor op wat komen gaat. Ze geven trainingen, inspireren en brengen mensen samen. Ze bereiden zich voor – over grenzen, culturen en perspectieven heen – om de wereld opnieuw vorm te geven. Om tot onze laatste ademtocht weerstand te bieden. Om aan het einde van de wereld volledig mens te zijn.
Dit is een vertaling van Roger Hallams scherpe (maar zeer rake?) post van 1 december.