Door basisschoolkinderen bewegend taal en rekenen te leren verbetert hun aandacht en taakgerichtheid. Door drie keer per week een half uur de lesstof springend en joggend tot zich te nemen gaan de resultaten op toetsen erop vooruit. Na twee jaar is er een significante verbetering te zien bij met name spelling en rekenen.

Dit was de uitkomst van een onderzoek onder 500 basisschoolleerlingen van groep 4 en 5 gedurende twee jaar geleid door bewegingswetenschapper Esther Hartman. Het idee voor het onderzoek ontstond naar aanleiding van de resultaten van een schoolprogramma in de Verenigde Staten, vertelt Hartman: ‘Ze hadden op scholen lesprogramma’s geïmplementeerd om overgewicht bij kinderen tegen te gaan. Die lessen waren niet gericht op rekenen en taal, maar puur om meer te bewegen. Als bijvangst zagen ze echter dat kinderen vooruitgingen op school. Toen dachten wij: zou het ook zo kunnen zijn dat door bewegend de lesstof tot je te nemen, schoolprestaties verbeteren?’

Hartman: ‘We vonden na een jaar al verbetering op rekenen en na twee jaar op de automatisering van het hoofdrekenen, zoals tafels. Daarnaast vonden we na twee jaar een verbetering op spelling en in citoscores.’
Wat vooral naar voren kwam in het onderzoek was dat leerlingen na de bewegingslessen taakgerichter bezig waren en dus geconcentreerder met hun werk bezig.

Lees het hele verhaal op de site van de RUG. Bekijk het filmpje over het onderzoek hier.

Esther Hartman van de Rijksuniversiteit Groningen
Deel via: