Leven zoals wij het kennen heeft drie essentiële kenmerken: replicatie, stofwisseling en compartimentalisatie. Als deze functies aanwezig zijn, kan evolutie tot stand komen. Replicatie vindt plaats wanneer iets zichzelf kopieert. Sijbren Otto en zijn studenten zijn erin geslaagd om moleculen zichzelf te laten repliceren. Hij noemt deze moleculen ‘replicatoren’. Soms ontstaan er fouten en lijkt een kopie niet precies op het origineel. Dit soort ‘fouten’ noemen we een mutatie. Het proces van mutatie – dat replicatoren helpt om zich in de loop van de tijd beter aan te passen – wordt evolutie genoemd. Sijbren Otto ontdekte dat zijn replicerende moleculen kunnen muteren en dus ook evolueren. Deze replicatoren bleken een verbazingwekkende eigenschap te hebben: ze kunnen bepaalde reacties versnellen die ze nodig hebben om te repliceren en hun populatie in stand te houden, die zich ook kan aanpassen aan externe omstandigheden. Replicatoren hebben een soort omhulsel nodig dat hen samenhoudt. Als ze repliceren, moeten ze dat doen in en met hun eigen ‘omhulsel’. Deze volgende stap in het creëren van een nieuw soort leven is nog niet gezet. Sijbren Otto en zijn onderzoeksgroep werken hard om dat doel te bereiken.

In oktober 2023 ontving Sijbren Otto een ERC Synergy Grant waarmee hij zijn onderzoek kan voortzetten, bijgestaan door verschillende internationale partners. Hun twee grote uitdagingen zullen compartimentalisatie en voortdurende evolutie zijn.

Leoni von Ristok gaf bovenstaand verhaal mooi weer, dank zij FSE Science Newsroom van de Rijksuniversiteit Groningen. Bekijk het hier.

Beeld: RUG