Aan alle kanten wordt ons verteld dat innovatie en (groene) groei cruciaal is voor onze economie en dus voor onze welvaart. Op 8 december 2025 reikte de Rijksbank van Zweden de Nobelprijs voor Economie uit aan Joel Mokyr, Philippe Aghion en Peter Howitt voor hun onderzoek naar economische groei en innovatie. Maar RUG-hoogleraar Klaus Hubacek ziet liever een wereld waarin ieder mens tot bloei kan komen binnen de grenzen van de planeet. Economische groei is daarvoor niet de juiste maatstaf, stelt hij, en we zouden goed moeten nadenken over welke innovaties wenselijk zijn, en voor wie.

Creatieve destructie, dat is de technische term voor nieuwe innovaties die de oudere verdringen in een markteconomie. Denk aan walkmans, discmans en mp3-spelers die elkaar opvolgden, waarbij de oudere technologie nagenoeg verdween met de komst van een nieuwe. Nobelprijswinnaars Mokyr, Aghion en Howitt laten zien dat zulke innovatie na innovatie samen met creatieve destructie een bron vormen voor economische groei.

‘Maar de voordelen van die creatieve destructie verzamelen zich vaak bij de mensen die kapitaal, vaardigheden en koopkracht hebben,’ stelt Hubacek. ‘Dus moeten we ons afvragen: wie draagt uiteindelijk de lasten van zulke creatieve destructie, en wie plukt er de vruchten van? De kosten, zoals schade aan het milieu, banen die verdwijnen en sociale ontwrichting komen vaak bij kwetsbare gemeenschappen terecht.’

Lees het hele bericht op de site van de Universiteit Groningen.

Creatieve destructie is het proces waarbij nieuwe innovaties eerdere innovaties verdringen | Beeld Johan Jarnestad/The Roval Swedish Academy of Sciences
Deel via: