Gevangenen verdienen een betere begeleiding bij hun terugkeer naar de samenleving. Promovendus Amanda Pasma: “Je kunt niet iedereen levenslang vastzetten. De maatschappij zal daders toch een tweede kans moeten gunnen.”

In Nederland worden gevangenen niet aan hun lot over gelaten. Tenminste, op papier niet. Iedere gevangene zou binnen twee weken na start van detentie een intake moeten hebben met een casemanager om een beeld te krijgen van de begeleiding die gevangenen nodig hebben. En iedere twee weken moet een mentor inchecken om te zien hoe het met de gevangene gaat. De praktijk is weerbarstiger, blijkt uit Pasma’s onderzoek: 40 procent van de gedetineerden had geen contact met de casemanagers en mentoren. Casemanagers en mentoren moeten gevangenen helpen bij hun re-integratie. Die verloopt veel slechter in Nederland dan bijvoorbeeld in Noorwegen. Het recidivecijfer in NL is 40 tot 50%; in Noorwegen 20%. “Het sentiment van de Noren is ook anders; er is meer begrip voor gevangenen. Als iemand een delict heeft gepleegd, dan zien zij dat als een falen van de maatschappij. En dus zetten zij alles op alles om iemand weer mee te laten draaien.

Interview op de site van de Universiteit Leiden.