Is er leven mogelijk of mogelijk geweest op andere planeten? De (Origin of) Life Marker Chip (LMCOOL) gaat op zoek naar het antwoord. Deze innovatieve chip wordt ontwikkeld door een Nederlands consortium onder leiding van dr. Niels Ligterink van de TU Delft, met financiering uit het NSO Instrumentenprogramma.
De chip is ‘voorgeprogrammeerd’ om in vloeistoffen specifieke moleculen te herkennen. “Je kunt onze chip het best vergelijken met een sleutelgat en het molecuul dat we zoeken is de sleutel. Omdat er maar één sleutel in het sleutelgat past, weten wij bij een detectie met onze chip bijna honderd procent zeker dat we het juiste molecuul hebben “gevangen”. Dit maakt ons laboratorium-op-een-chip revolutionair.”
Een van de grootste voordelen van de nieuwe LMCOOL is zijn beperkte omvang en gewicht. De instrumenten die op dit moment op Mars zoeken naar leven zijn zo groot als een magnetron en wegen tien tot twintig kilo. De LMCOOL heeft grofweg het formaat van een colablikje en weegt slechts 700 gram. In de ruimtevaart, waar elke kilo lanceergewicht telt, is de Nederlandse chip een goedkoop en tegelijkertijd geavanceerd alternatief.
Het hart van de LMCOOL bestaat uit geïntegreerde fotonische chiptechnologie. Nederland heeft met deze technologie al veel ervaring opgedaan in medische toepassingen, maar in de ruimte heeft het nog niet gevlogen. Een belangrijke uitdaging ligt in het testen en gereedmaken van de chip voor gebruik in de ruimte. In Delft wordt onderzocht onder welke omstandigheden – zoals extreme temperaturen, straling en vacuüm – de chip betrouwbaar blijft functioneren, en welke maatregelen nodig zijn om het systeem operationeel te houden tijdens de missie naar Enceladus.
Lees het hele bericht op de site van de TU Delft.
