Een team onderzoekers heeft gekeken hoe ongewervelde dieren die normaal op de bodem van de sloot en andere wateren leven (zoals wormpjes, dansmuglarven en mosselen), van nut kunnen zijn voor rioolwaterzuiveringsinstallaties. Het blijkt dat ze restslib kunnen opruimen, samen met planten een overschot aan voedingstoffen uit het water halen, en de uitstoot van broeikasgassen beperken.
Tom Van der Meer, promovendus bij Wageningen Environmental Research: “Met een team hebben we gekeken hoe snel verschillende soorten ongewervelde waterdieren het restslib kunnen opeten. De winnaars waren de dansmuglarven. Slib met deze larven erin brak wel vijf keer sneller af dan slib waar ze niet in zaten. Niet alleen zagen we dit effect op slib afkomstig van verschillende zuiveringsinstallaties. Ook zagen we dat als je soorten bij elkaar zet, ze samen nog meer slib kunnen afbreken.” Daarnaast zorgen ze met hun gewoel en gegraaf dat er genoeg zuurstof in het slib komt, waardoor methaan (een krachtig broeikasgas), niet kan ontstaan.
Twee Nederlandse waterschappen ontwikkelen de komende jaren een test-installatie die gebruik maakt van de bevindingen die ongeveer 75 kuub afvalwater per dag gaat zuiveren.
Lees het hele artikel op de site van de WUR.