Wat betekent het voor onze psyche als we straks een deel van ons leven kunnen doorbrengen in de metaverse, een virtuele wereld die nauwelijks van echt te onderscheiden is? Volgend jaar trekt neuropsycholoog en AI-expert Wijnand IJsselsteijn, TU/e-hoogleraar Human-Technology Interaction, zich – dankzij het aan hem toegekende Distinguished NIAS-Lorentz Fellowship – terug in het Amsterdamse NIAS-hoofdkwartier, om zich te verdiepen in de langetermijneffecten van Zuckerbergs metaverse-droom.

Het metaversum “is een immersief  internet. Je ziet geen plaatje op een beeldscherm, maar een realistische, driedimensionale wereld om je heen, waar je zelf deel van uitmaakt”, vertelt IJsselsteijn in een uitgebreid interview op Cursor. Door extended reality (XR) – een verzamelnaam voor virtual reality (VR) en augmented reality (AR) – lijkt het of je echt in een andere wereld vertoeft. “In plaats van een gemist popconcert terug te kijken op een schermpje, kun je het ervaren alsof je in het publiek stond. (…) De technologie is er, nu is het wachten tot de markt rijp is voor opschaling.”

Wat de metaverse straks een ongelooflijk krachtig instrument gaat maken, is de combinatie van XR met die andere afkorting: AI ofwel artificial intelligence. Dat zal de metaverse het vermogen geven tot wat IJsselsteijn hyperpersuasion noemt, en veranderen in “de ultieme marketingmachine”.