Om jezelf te blijven moet je veranderen
Jan Bransen
Het is een prachtige paradox die Gloria Gaynor bezingt in haar grote hit I will survive. “You see me”, zingt ze, “somebody new.” Het beste bewijs dat er voor Gaynor is om te laten zien dat ze haar destructieve relatie heeft overleefd, is te laten zien dat ze een nieuwe persoon is geworden. Personen kunnen overleven door te veranderen. Dat lijkt toch wel het omgekeerde van de strikt logische notie van identiteit die stelt dat iets alleen zichzelf is, en blijft, als het al zijn eigenschappen behoudt. Hoe zit dat? Hoe kan iets zichzelf blijven door te veranderen?
Ondanks deze opvallende paradox heeft de songtekst van Gaynor voor ons iets vanzelfsprekends. We begrijpen het verschijnsel maar al te goed. Er kunnen zich situaties in ons leven voordoen waardoor onze concrete verschijningsvorm totaal niet meer in overeenstemming is met wie we eigenlijk, echt zijn. We kunnen ons zelfs voorstellen dat het op een bepaald moment zo slecht met ons gaat dat we onze essentiële eigenschappen werkelijk verloren lijken te hebben. Er is heel wat lenigheid van geest nodig om overtuigend uit te leggen hoe dat denkbaar is. Probeer het eens met deze twee suggesties.
Ten eerste zijn de essentiële eigenschappen van een persoon – anders dan de essentiële eigenschappen van, bijvoorbeeld, een sleutelhanger, een deux chevaux of een konijnenhok – reflexieve eigenschappen. Je identiteit is geen op zichzelf staand gegeven, maar bestaat in de relatie die je met jezelf hebt. Die relatie krijgt al heel vroeg vorm in de interactie met je lichaam (‘Hé,’ beseft de baby, ‘dat is mijn hand’), met de mensen om je heen (‘Hé, jij wilt met mij stoeien’) en met de dingen om je heen (‘Hé, die steen is veel groter dan ik’). Deze relatie is dynamisch, een voortgaand proces waarin je iets van jezelf gaat verwachten. Daarin zit hem de crux: dat je iets van jezelf gaat verwachten. Daarmee ontstaan de plannen, projecten, missies, teleurstellingen, successen, enzovoort. En daarin ontstaat een onmiskenbaar significante, maar ook flexibele en ongedefinieerde identiteit. Die te behouden is een kwestie van haar vorm te geven, is een kwestie van veranderen, meebuigen, aanpassen, verzetten, herzien, enzovoort.
Daarom, ten tweede, zijn de essentiële eigenschappen van een persoon normatieve eigenschappen. Je identiteit is geen feitelijk gegeven, maar is jouw missie. Een belangrijk kenmerk van een missie is dat er een grote kloof kan bestaan tussen de concrete uitvoering en het idee erachter. Vergelijk het met iemands poging een konijnenhok te maken. Stel dat diegene zo’n waardeloze timmerman is dat het gedrocht dat uiteindelijk achter in zijn tuin staat door niemand herkend wordt als een konijnenhok. Toch zou diegene gelijk hebben als hij zou zeggen dat het zijn missie was om een konijnenhok te maken, wat voor misbaksel het resultaat ook is.
Missies hebben een essentie die normatief van aard is, het zijn pogingen een norm te realiseren. Jouw poging om als persoon te overleven, jezelf te blijven, is altijd een kwestie van jezelf op een bepaalde manier te realiseren, een manier die voor jou significant is. Natuurlijk kun je jezelf daarin voor de gek houden en een missie op je nemen die helemaal de jouwe niet is. Het kan lang duren voor je dat ontdekt, zo lang dat je zo goed als onherkenbaar bent geworden voor jezelf. Zodra je je dat realiseert, moet je jezelf drastisch veranderen, een nieuw mens worden om jezelf weer te kunnen zijn. Precies zoals Gloria Gaynor zingt.
Ga je mee verdwalen? Ik weet de weg (Loesje)
Caro Suringar
In onderzoek, maar ook in het leven is het naar mijn idee vaak schipperen tussen het ‘niet-weten’ en het ‘weten’. Het ‘weten’ kan kaders scheppen, waarbinnen het ‘niet-weten’ onverwachte paden kan creëren. Het geeft mij vertrouwen om te kunnen balanceren tussen ‘de weg weten’ én de ruimte hebben om te mogen verdwalen. Daarnaast klinkt het ook nog eens hartstikke gezellig om samen te verdwalen.
